136
- 8 -
Wethouder de WEERT antwoordt dat de "bijdragen van de afzonderlijke
"bedrijven niet "bekend zijn, maar dat het totaal door het bedrijfs
leven bijeen te brengen bijdragen te laag is in verhouding tot de
bijdragen welke van de gemeenten gevraagd worden.
In 1967 is de Streek-V,V.V. hierop reeds geattendeerd.
Stichting Brabantse Omroep;
De heer OTS meent dat deze Stichting te sterk op Oost-Brabant is
georiënteerd.
De VOORZITTER zal zulks onderzoeken en zonodig de Stichting op ver
tegenwoordiging van West-Brabant attenderen.
Raad der Europese Gemeenten:
De heer OTS doet de suggestie om op de toegangswegen der gemeente
borden te plaatsen met het opschrift: Europese Gemeente.
Op voorstel van de VOORZITTER besluit de Raad zonder hoofdelijke
stemming conform de suggestie van de heer Ots.
Stichting Jeugdvorming en Ontspanning:
De heer COREMANS heeft tot te\jredenheid een bestuursvergadering
bijgewoond en ziet de redelijkheid van een goede subsidiëring in.
De VOORZITTER is overtuigd dat Jeveo zeer goed werk verricht.
Eventuele hogere subsidieverlening moet echter gebaseerd zijn
op een duidelijke begroting.
R.K. Fanfare Aurora:
De heer KUIJLEN bepleit een hoger subsidie in verband met de zeer
grote uitgaven over 1968, terwijl het kleine dorp minder mogelijk
heden biedt om financiële middelen aan te trekken.
De VOORZITTER antv/oordt dat met sympathie een verzoek om aanvul
lende subsidie wordt afgewacht.
Algemeen maatschappelijk werk:
De heer COREMANS informeert naar het grote verschil tussen de
benodigde subsidiebedragen voor 1968 en 1969.
De VOORZITTER zegt toe zulks te laten onderzoeken.
Comité Ontspanning Ouden van Dagen:
De "Keer JANSEN bepleit verhoging van deze subsidie in verband met
het 20-jarig bestaan van het Comité.
De VOORZITTER antv/oordt dat het Comité een verzoek om extra-subs id ie
kan indienen met een kostenbegroting van deze lustrumfeesten.
Vereniging van Oud Indië-Strijders
De heer VERSWIJVER verzoekt subsidie voor deze Vereniging.
Wethouder de WEERT vraagt de heer van Zundert (bestuurslid van die
Vereniging) om toelichting inzake de noodzaak.
De heer van ZUNDERT deelt mede dat destijds, in 1956, op een subsi
dieaanvrage geantwoord is dat geen subsidie zal worden verleend
omdat de Vereniging geen opvoedende taak had. Daarom zijn later
geen subsidie-aanvragen meer ingediend.
De heer VERSWIJVER meent dat na die afwijzing derhalve geen verzoek
meer zal worden ingediend, maar acht subsidiëring toch wel op zijn
plaats.
Wethouder BOGERS adviseert het Verenigingsbestuur om alsnog een
subsidieverzoek in te dienen.
De RAAD besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming om over 1969
subsidies te verlenen volgens het voorstel van Burgemeester en
Wethouders
- 13. -
