13 3
- 5 -
De heer COREMANS informeert of de gemeente tot aankoop van de
gronden van Pijnen zal overgaan.
Wethouder de WEERT antwoordt dat terzake onderhandelingen worden
Deneer'küIJLEN informeert op de destijds geprojecteerde groenstrook
langs de Onderstal nabij de Nieuweweg geen andere bestemming krijgt.
De VOORZITTER antwoordt ontkennend; blijft groenstrook.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
van Burgemeester en Wethouders
VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET BEDRAG PER LEERLING EX ARTIKEL
101 DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920 over 1969. Raadsvoorstel nr. Jb
De VOORZITTER licht het pre-advies toe. 1o
De heer WEIJTS merkt op dat in het verleden, het bedrag per leerling
steeds aan de lage kant was, zeker als men het vergelijkt met h
landelijk gemiddelde. De Inspectrice acht thans f. per leer
ling redelijk, dus nog niet royaal. Spreker acht een bedrag van
De heer COREMANS steunt het standpunt van de heer Weijts en hecht
grote waarde aan het advies van de Inspectrice.
De heer JANSEN haalt verschillende cijfers aan uit een rapport in
zake de exploitatie van de Protestantse Streekschool en verwijst
ook naar het verzoek van dat Schoolbestuur om de vergoeding vast te
stellen op f. 120,— per leerling.
De VOORZITTER merkt op dat indien de Protestantse Streekschool
meent in een bijzonder geval te verkeren, het pestuur een extra
verhoging kan aanvragen met toepassing van artikel 1urter aer
Lager-onderwijswet. Voorts merkt spreker op dat in het afgelopen
jaar door geen enkel Schoolbestuur beroep is ingesteld tegen het over
1968 vastgestelde bedrag en dat de meeste schoolgebouwen vrij nieuw
zijn en dus betrekkelijk geringe onderhoudskosten vergen.
Wethouder de WEERT zegt voorstander te zijn van goed on?e™;3S'
maar in aanmerking nemende dat over 1968 door geen enkel Schoolbestuur
bezwaar is aangetekend, acht spreker de voorgestelde verhog g
f. 80,on f. 100,voldoende.
De heer JANSEN vreest dat de zuinigheid in dit geval de wijsheid
bedriegt. Door een goed uitgavenbeleid kan de bestaande achterstand
worden ingehaald.
De heer COREMANS weet dat in het verleden het onderwijs zich veel
heeft moeten ontzeggen; nu adviseert de Inspectrice een royaal
beleid, daarom moet dat z.i. ook gevolgd worden.
De heer WEIJTS wijst op de hogere uitgaven welke in 1969 te ver
wachten zijn: invoering van de BTW, voorts determinering door middel
van tests van de leerlingen van de hoogste klassen: f. P0?1
leerling; tenslotte kunnen alle scholen een teruggang van het lcc
lingental verwachten in verband met de sluiting van de vliegbasis.
De heer OTS voelt veel voor het beleid van deskundigen en stelt
voor om het advies van de Inspectrice op te volgen.
Wethouder BOGERS zag liever de voorgestelde geleidelijke verhoging.
De heer WEIJTS merkt op dat in voorgaande jaren steeds het advieo van
de Inspectrice is opgevolgd en zou dus graag zien dat zulks ook
WethouderCde6WEERT vraagt zich af waarom dan de Schoolbestoen niet
gereageerd hebben op het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor nader beraad.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER deelt mede dat Burgemeester en Wethouders thans
- voorstellen -