77 - 4 - De heer JANSEN is voorstander van één ziekenhuis in Bergen op Zoom, maar meent dat deze kwestie tussen de Stichtingen te Bergen op Zoom onderling moet worden geregeld. De RAAD besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming om een adhesiebetuiging te zenden inhoudende dat "de Raad verklaart dat het medisch, financieel-apnomisch en principieel gezien on verantwoord is in Bergen op Zoom meer dan een ziekenhuis te stichten. 10.VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN CREDIET VOOR EERSTE INRICHTING VAN HET 2e KLASLOKAAL VAN DE KLEUTERSCHOOL ST.FKANCIS- CUS. 2e wijziging gemeentebegroting 1968. Raadsvoorstel nr.899. De VOORZITTER licht het voorstel toe. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 11.VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE VERGOEDING EX ARTIKEL 101 DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920 OVER 196 7. Raadsvoorstel nr.900. De VOORZITTER verwijst naar het preadvies. De heer COREMANS informeert of de schoolbesturen in het jaar 1967 over voldoende gelden beschikten voor de exploitatie van lagere scholen. De VOORZITTER antwoordt dat geen bezwaarschriften zijn ingediend tegen het besluit waarbij de vergoedingsbedragen over het jaar 1967 zijn vastgesteld. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 12.VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET VOORSCHOT OP DE VERGOEDING EX ARTIKEL 101 DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920 OVER 1968. Raadsvoor stel nr.901. De VOORZITTER verwijst naar het preadvies. De heer WEIJTS vindt de vergoedingsbedragen per leerling wel aan de lage kant in vergelijking met de vergoedingsbedragen welke in de nabuurgemeenten voor het jaar 1968 zijn vastgesteld. De VOORZITTER merkt op dat de vaststelling van het vergoedings bedrag per leerling, thans niet aan de orde is; de Raad moet thans slechts vaststellen op welk voorschotbedrag de Schoolbestu ren recht hebben, berekend naar het gemiddeld aantal leerlingen over 196 7 en de door de Raad vastgestelde vergoedingsbedragen. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 13.VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET VOORSCHOT OP DE VERGOEDING EX ARTIKEL lOlbis DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920 OVER 1968. Raadsvoor stel nr.902. De VOORZITTER licht het voorstel toe. De heer COREMANS informeert naar de noodzakelijkheid van aanstel ling van vakonderwijzers in lichamelijke oefening aan lagere scholen; naar sprekers mening kunnen deze lessen heel goed door de jonge onderwijzers zelf worden gegeven. De VOORZITTER antwoordt dat zowel de Inspectie Lager Onderwijs als de Inspecteur voor de Lichamelijke Opvoeding het geven van vakonderwijs, ook op lagere scholen, bepleiten omdat dit onder wijs, zeker in de hogere klassen, een speciale methodiek en vaardigheid vereist. Wethouder DE WEERT meent dat het onderwijs op zo goed mogelijke wijze moet worden gegeven. De heer WEIJTS merkt op dat de regeling inzake de aanstelling van vakonderwijzers op de lagere scholen geheel geregeld is in nauw overleg met de Inspectrice van het Lager Onderwijs en de Inspecteur voor de Lichamelijke opvoeding.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1968 | | pagina 4