75
- 2 -
e. Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële adviezen van
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten d.d. 9 januari 1968:
rapporten inzake controle over 4e kwartaal 1967 van kas en
boeken van gemeenteontvanger, legeskas, woning- en grondbe
drijf
f. Koninklijk Besluit van 15 januari 1968 nr.12 tot goedkeuring
van het Raadsbesluit van 24 november 1967 tot vaststelling
van de Verordening regelende de Drank- en Horecabelasting.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming deze mededelingen voor
kennisgeving te aanvaarden.
4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE 2e WIJZIGING VAN DE VERORDENING
REGELENDE DE VERMAKELIJKHEIDSBELASTING. Raadsvoorstel nr.893.
De VOORZITTER verwijst naar het pre-advies en licht nader toe
dat het doel van deze wijziging is om de Rondecomitês grotere
subsidie te verstrekken; volgens Raadsbesluit ontvangen de
Rondecomités nl. 75% van de netto-opbrengst der vermakelijkheids
belasting voor wielerwegwedstrijden als subsidie.
De heer VERSWIJVER bepleit opname van een clausule in de Verorde
ning waarbij wordt bepaald dat bejaarden zijn vrijgesteld van
deze belasting. Tot op heden betaalden de bejaarden geen entree
en spreker vreest dat nu van hen ƒ.1,50 entree verlangd zal
worden.
De VOORZITTER zegt dat een dergelijke clausule de bejaarden
recht zou geven op vrijstelling. Om van dit recht gebruik te
maken zouden zij zich moeten legitimeren waarvan in de praktijk
weinig terecht zal kunnen komen.
Op verzoek van de VOORZITTER deelt de SECRETARIS mede dat in de
huidige Verordening een dergelijke vrijstellingsbepaling ook niet
was opgenomen; als enige wijziging wordt thans voorgesteld het
bedrag van ƒ.1,te verhogen tot ƒ.1,50. Het is theoretisch moge
lijk om de door de heer Verswijver gewenste vrijstellingsbepa
ling op te nemen, maar dan zal deze regel gelden voor alle be
jaarden (orgeacht hun woonplaats en hun inkomen).
Wethouder BOGERS meent dat opname van deze vrijstellingsbepaling
niet noodzakelijk is; in het verleden zijn de Rondecomités
zeer soppèl opgetreden tegenover de bejaarden.
De heer JANSEN bepleit handhaving van de huidige gedragsregel:
verordening soepel toepassen ten opzichte van bejaarden.
De heer OTS vreest consequenties van de voorgestelde wijziging
voor aniere sportactiviteiten welke op de openbare weg worden
uitgevoerd.
De SECRETARIS licht op verzoek van de VOORZITTER toe dat de aan
de orde zijnde wijziging alleen betrekking heeft op wielerwedstrij
den op openbare wegen.
De heer VERSWIJVER handhaaft zijn standpunt en verlangt stemming.
De VOORZITTER brengt het voorstel van Burgemeester en Wethouders
in stemming.
De uitslag van de stemming luidt: VOOR: de Leden Kuijlen, Minnebach,
OtsVerboven, de Vos, van Zundert, Bogers en de Weert; TEGEN: de
Leden: Coremans, Jansen, van Tilburg, Verswijver en Weijts;zodat
het voorstel van Burgemeester en Wethouders met 8 stemmen voor
en 5 stemmen tegen is aanvaard.
5. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE 9e WIJZIGING VAN DE BEZOLDIGINGS
VERORDENING 1965. Raadsvoorstel nr.894.
De VOORZITTER licht het preadvies toe.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
van Burgemeester en Wethouders.