80 12 Ziehier het resultaat van de samenwerking tussen de gemeenten. Voorts werd nog gezegd: "U kunt wel bouwen, maar dan moeten de 97 woningen onderling verdeeld worden"aldus de vergadering dd, 1 februari j1 Na deze vergadering zijn door de stichting nog wel enkele aan biedingen gedaan, maar deze zijn voor ons niet aantrekkelijk neer, om nog door de stichting te laten verzorgen. Daarom zal door Burgemeester en Wethouders een voorstel aan de Raad gedaan worden om uit te treden uit de Stichting Regionaal v/oningbezitom dan een andere, hopelijk betere koers te varen, om ons woningbezit te vergroten. Hopelijk zal deze korte uiteenzetting een verduidelijking zijn voor de heren Raadsleden en ingezstenen van onze Gemeente, De heer WEIJTS informeert waarom de Stichting Regionaal Woningbezit de 97 premiewoningen niet in Woensdrecht wilde bouwen. Do VOORZITTER antwoordt dat de Stichting Regionaal Woningbezit in deze gemeente slechts wilde bouwen door middel van een grote bouw— stroom van dezelfde woningen door dezelfde aannemerhet bouwplan van de 97 woningen was van een ander type dan dat van de bouwstroon. De heer de VOS merkt op dat qua zielental de gemeente Woensdrecht 2e in rangorde was bij de aan—de—bouwstroon—deelnemende gemeenten, maar in bouwvolgorde pas op de 5e plaats aan de beurt komt. De VOORZITTER antwoordt dat de bouwvolgorde door de gemeentebesturen in onderling overleg wordt geregeld. Bij het overleg over de uieuwe bouwstroon is Woensdrecht achter wederom op een relatief latere bouw tijd geprojocteerd. Het beëindigen van de bouwstroon door de Stichting Regionaal Woningbezit is een goede gelegenheid om meer een eigen koers te gaan varen: keuze bouwplan, -plaats, -tijd, aannemer. Zolang echter de Stichting Regionaal Woningbezit in Woensdrecht wo ningen bouwt of exploiteert, kan geen andere woningbouwcorporatie in geschakeld wordendaarom wordt er naar gestreefd om vóór 1 januari 1969 een andere vorm te vinden voor nieuwe eorporatiebouw. De heer JANSEN informeert of Woensdrecht zal aansluiten bij een Woning' boiiw-corporatie in Bergen op Zo om of een eigen woningbouwcorporatie zal oprichten. De VOORZITTER antwoordt dat dit punt nog in studie is. Namens de vragenstellers deelt dhr, van ZUNDERT mede tevreden te zijn over de verstrekte informatie. Niets meer ter behandeling in de openbare vergadering aan de orde zijnde, besluit de Raad. op voorstel van de Voorzitter, om in besloten vergadering over te gaan. Vastgesteld ter openbare vergadering van 2 mei 1968.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1968 | | pagina 17