G 5
- 3 -
Bij een aanbeveling acht spreker het niet legant om de geme-'n-
tebode als tweede candidaat te stellen; spreker had dan liever
gezien dat iemand candidaat werd gesteld die in het bezit is van
het diploma burgerlijke stand»
De VOORZITTER antwoordt dat benoeming bij acclamatie niet mogelijk
is en dat juist de gemeentebode candidaat is gesteld om te laten
blijken dat de aanbeveling van die candidaat slechts formeel
geschiedt; spreker zegt toe dat, indien zou blijken dat het
voor de gemeentebode bezwaar oplevert om zich als tweede candidaat
te stellen, in de toekomst andere of geen tegencandidaten gesteld
zullen worden»
De heer OTS had liever een enkelvoudige aanbeveling gezien; de
gemeentewet biedt daartoe de gelegenheid door de bepaling "zo
mogelijk"; nu het de bedoeling is dat de Burgemeester tot amb
tenaar van de burgerlijke stand wordt benoemd, behoeft er maar één
candidaat gesteld te worden, zodat een meervoudige aanbeveling niet
nodig is»
De heer de VOS merkt op dat voor benoeming tot ambtenaar van de
burgerlijke stand geen vakdiploma vereist is»
De VOORZITTER zegt toe bij een volgende candidaatstelling met
dc gemaakte opmerkingen rekening te zullen houden»
Ook wethouder BOGERS is niet gelukkig met de tegencandidaat
Het aanbevelen van de heer Hopmans steunt ook niet op een besluit
van Burgemeester en Wethouders»
De VOORZITTER zegt, dat deze wijze van aanbevelen in een geval
als dit zeer gebruikelijk is en daarom als een formaliteit zon
der uitdrukkelijk besluit van het college in het voorstel is
vermeld» Op zich is dit echter minder juist»
Vervolgens wordt overgegaan tot het houden van een schriftelijke
stemming; de uitslag hiervan luidt: 13 stemmen op Mr»J»M»de Leeuw,
burgemeester en 0 stemmen op A»J»Hopmans, zodat de Burgemeester
Mr»J»M»de Leeuw tot ambtenaar van de burgerlijke stand is benoemd»
De VOORZITTER daritt de Raad voor het in hem gestelde vertrouwen
bij deze eerste gelegenheid dat hij door de"Raad voor een ambt
gekozen is»
4VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE DRANK- EN HORECAVERORDENING
Raadsvoorstel nr«88l»
De VOORZITTER verwijst naar het preadvies»
De heer VERSWIJVER vraagt,of deze materie niet door de Burge
meester in plaats van door de Raad geregeld moet worden»
De VOORZITTER merkt op dat de Raad tot taak heeft om dc Veror
dening vast te stellen, terwijl de uitvoering van T Verordening
in verschillende gevallen aan de Burgemecst r wordt opgedragen»
De heer de VOS vreest dat te zware eisen gesteld worden voor ge
mengde bedrijven bijv» café tevens eetgelegenheid»
De VOORZITTER antwoordt dat in dc Drank— en Horecawet overgangs
bepalingen zijn opgenomen en voor nieuwe bedrijven mogelijkheid
bestaat om ontheffing te verlenen; mede in verband hiermede is in
art»3»2» ten aanzien van de toegang de bepaling ingevoegd "al
dan niet via een hal of gang"»
De RAAD besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming conform
het voorstel van Burgemeester en Wethouders»
5.VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE VERORDENING REGELENDE DE DRANK
EN HORECABELASTING- Raadsvoorstel nr»872=
De VOORZITTER licht het voorstel toe aan de hand van het pread
vies»
De heer de VOS informeert of bij de vaststelling van deze belas
ting aanslagen voldoende gelet wordt op de splitsing tussen tap
pen cn slijten van alcoholische drank»