E 2
- 3 -
vertegenwoordigers van het gemeentelijk bestel, maar ook met allerlei
particuliere instanties in de gemeentekerken, schoolbesturen en
particuliere verenigingen, instellingen» Kortom, er zijn in deze ge
meente ontzaglijk veel mensen die naast de burgemeester en naast de
officiële gemeentelijke instanties, Raad en College en ambtenaren,
iets voor deze gemeenschap willen doen» En daarom is het altijd bij
zonder prettig geweest om hier te werken voor mij en ik ben ervan o-
vertuigd dat het voor U, voor Uw vrouw en voor Uw gezin het hier ook
bijzonder prettig zal zijn» Ik kan U dat gerust zeggen, want ik ge
loof dat er hier geen spionnen uit Culemborg zijn, dus ik durf wel te
zeggen dat het van tijd tot tijd mij, zowel als mijn vrouw en kinderen
toch, wat men hier dan zegt, wel een beetje vaart» Ik wil niet zeggen
dat ik nu nog wel liever op Uw stoel had gezeten, zo is het nou ook
weer niet, maar een klein beetje afgunst, als ik U bekleed zie
met deze mooie ambtsketen is er toch eigenlijk nog wel bij» Ik heb
U beluisterd, ik heb U persoonlijk al een keer gesproken, ik heb U
nu beluisterd in U toespraak en ik heb er het volste vertrouwen in
dat U hier ook bereid bent om al U krachten te geven aan deze bijzon
der mooie en prettig samenwerkende gemeente, waar een goede harmonie
heerst en dat U met rust en met een, ik zou haast zeggen, een helder
oordeel en bezadigdheid en kamte, precies ook die figuur zult weten
te zijn die men in Woensdrecht gaarne ziet» Ik wens U en Woensdrecht
heel veel geluk in de toekomst en ik hoop dat ik zelf nog eens keer,
en Woensdrecht weet er ook wel wat van, met mijn kinderen in dat
badje mag komen zwemmen»
de Heer Brandsma, Burgemeester van Leeuwarden»
"Burgemeester, Leden van de Raad van de gemeente Woensdrecht,
Dames en Heren,
De meeste sprekers, die mij zijn voorafgegaan, hebben de Heer
de Leeuw hier, hartelijk welkom geheten» U zult begrijpen dat er van
mij meer een woord van afscheid zal zijn dan dat het een woord van
welkom zou kunnen zijn» Ik moet U ook heel opehhèrtig verklaren dat,
toen op 17 juli j.l» het Koninklijk Besluit afkwam omtrent de benoe
ming van de Heer de Leeuw als burgemeester van Uw gemeente, dat voor
mij een teleurstelling betekende» Immers, ik wist op hetzelfde mo
ment dat ik binnen zeer korte tijd een uitstekende en bekwame ka
binetschef kwijt zou raken. Maar het moge zo zijn dat wij het, zake
lijk gezien, op het stadhuis in Leeuwarden jammer vonden, dat de
Heer de Leeuw afscheid van ons ging nemen. Ik kan U de verzekering
geven, dat wij allen volgaarne hem hebben gefeliciteerd met het feit
dat hij was benoemd tot eerste burger van Uw gemeente» Ik meen dat
ik met een recht van spreken ook U, Raad van de gemeente Woensdrecht,
mag complimenteren met het feit dat de Heer de Leeuw is benoemd tot
Uw eerste burger» Ik weet uit de eerste hand en uit eigen ervaring
dat hij uitstekend is ingewerkt in, zo niet alle, dan toch zeer vele
problemen waarmede een gemeente, vooral ook waarmede een gemeente
bestuur wordt geconfronteerd» En zijn mentale instelling kennende,
twijfel ik er niet aan dat hij ook spoedig de specifieke problemen
welke Uw gemeente betreffen zich eigen zal weten te maken.
J