51 - 2- Dat het door Zijn wijsheid U gegeven zal worden dat machtige program dat U zojuist hebt gehoord, om dat doorzien, ik bedoel werkelijk door- wrucht, zult mogen proberen dat te verwerkelijken, En onze tijd stelt eisen, En daar komt nog net bij dat de achtergrond, dat voortreffelijke werk van Uw voorganger, het U ook niet gemakkelijker zal maken, In die zin, dat er voorlopig door ons toch altijd nog een vergelijking zal moeten worden getroffen van wat was en wat er op dit ogenblik gaande is. Nogmaals, Gods zegen zij met U en met Uw gezin, met Uw werk en met deze gemeente. En met deze weinige woorden zou ik in feite kunnen volstaan, maar, Burgemeester, dan zou ik mezelf nauwelijks zijn. Ik ben een landman die, wanneer de omstandigheden gunstig zijn, graag wat dieper ploegt dan de vorige keer. En zo heb ik deze laatste uren, deze middag, toch een ogenblik stil gestaan bij de machtige kracht die er toch ligt in de schepping van de mens, om, wanneer hij eenmaal gevestigd is - en een mens heeft toch behoefte aan een zekerheid die hij in die jaren daarvoor heeft verworden en rond die zekerheid dan een kring van medewerkers, van kennissen, van vrienden - dat gehele complex van levensgeborgenhcid, toch zich geroepen voelt om dat los te laten en op een andere plaats en in de vreemde opnieuw te beginnen aan iets dat bij wijze van spreken nog worden moet. Ik vind daarin iets zo diep menselijk, deze drang, deze levensdrang om hoger te grijpen, dat ik in enkele woorden, ja in ietwat mooiere woorden toch wil omschrijven. Vergeef me de tijd, die ik daarvoor verg. Zoals elke bloem verwelkt en allo jeugd moet wijken voor de jaren bloeit elke levensfase, bloeit alle wijsheid en ook iedere deugd zijn eigen tijd en kan niet blijven duren. Zo moet het hart bij elke oproep van het leven bereid tot afscheid zijn, U hebt het genomen in Leeuwar den, Tegelijkertijd klaar voor een nieuw begin, ontoegerust met moed en zonder treurnis, zich weer aan andere nieuwe bindingen te geven. En in het hart van dat elke nieuw beginnen, huist het wonder, een kracht dat ons beschermt en in en door het leven helpt. Pas opl Want amper zij;; we thuis in een omgeving -"verzadigd ingeburgerd" noemt men dat - of ver slapping dreigt. Slechts U bereid is op te breken en weer op weg te gaan kan de verlamming van de sleur misschien wellicht ontgaan. Misschien zal zelfs het doodsuur ons verjongd naar nieuwe horizonten zendtn's Levens beroep. Burgemeester, op ons dat kent geen grenzen, kent geen ende. Wel nu, mijn hart, neem afscheid, wordt sterk, pak aan. En in en onder Gods bescherming, Burgemeester, zal het U en deze gemeente ook wel gaan. Ik dank U vriendelijk,". Burgemeester Drs, L,J, Hermans, "Eerwaarde Collega, Mevrouw de Leeuw, Heren Leden van de Raad, Secretaris en alle aanwezigen, Ik geloof dat U al vele malen zult zijn gelukkig gewenst met deze benoeming. Hier in deze vergadering is U ook al herhaalde malen geluk gewenst. Ik kom dat ook nog een keer doen en dat wel in de overtuiging dat ik eigenlijk diegene ben die het best kan weten waarom U geluk ge wenst kunt worden. Want het is werkelijk zo dat Woensdrecht een verruk kelijke gemeente is. Een groeiende gemeente is U gezegd, een gemeente met allerlei plannen, met de diverse realisaties, een welvarend, geluk kig tot nog to kortom een gemeente waar het bijzonder prettig werken is, een gemeente waar de verstandhouding goed ligt met het College, met de ambtenaren, met de Raad, maar niet alleen mot te zeggen deze officie!

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1967 | | pagina 64