11 wmmmm - 2 - De VOORZITTER antwoordt dat op korte termijn gehandeld moest worden om dat vanaf 16 februari 1967 het College van Burgemeester en Wethou ders slechts uit één persoon zou bestaan, waardoor wettelijk geen be sluitvorming mogelijk zou zijn. De heer VERSWIJVER meent dat toch vooraf beraad in de fracties en tussen de raadsleden had moeten plaats vinden» De VOORZITTER wijst er op dat door de mogelijkheid om twee plaats vervangers aan te wijzen, er misschien een snelle oplossing gevonden kan worden» De heer OTS informeert naar de volgorde van aftreding van de plaats vervangers zodra Wethouder de Weert weer beter is of er een nieuwe Burgemeester benoemd is= De VOORZITTER antwoordt dat de laatst benoemde het eerst aan de beurt van aftreden zal zijn» De heer JANSEN verzoekt de vergadering gedurende korte tijd te wil len schorsen voor nader onderling beraad» De VOORZITTER schorst de vergadering gedurende twintig minuten» De VOORZITTER heropent de vergadering» De heer VERSWIJVER meent dat het beraad geen resultaat heeft opge leverd in het belang van de gemeente. De VOORZITTER stelt voor om te beslissen of 1 of 2 plaatsvervangend wethouders zullen worden benoemd» De heer VOS wijst op het naleven van de ambtseed; nu oud-wethouder Verswijver bij het fractieberaad gepasseerd is, meent spreker dat het best volstaan kan worden met aanwijzing van één plaatsvervangend wethouder» De heer COREMANS geeft de voorkeur aan aanwijzing van twee plaats vervangers» De VOORZITTER brengt vervolgens het voorstel om twee plaatsvervangend wethouders aan te wijzen in stemming» De uitslag van de mondelinge stemming luidt: vóór: de leden Coremans, Minnebach, Ots, van Zundert en Bogers; tégen: de leden Weijts, Jansen, de Vos, van Tilburg en Verboven en Kuijlen; de heer Verswijver spreekt zijn mening niet uit» De SECRETARIS wijst er op dat bij een mondelinge stemming de aanwe zige leden hun stem behoren uit te brengen door het enkel verklaren "voor" of "tegen"; aangezien de heer Verswijvër zich niet heeft uitw gesproken, wordt een nieuwe mondelinge stemming gehouden, waarvan de uitslag luidt: TEGEN: de leden Verswijver, Weijts, Jansen, de Vos, van Tilburg, Verboven en Kuijlen en VOOR: de leden Coremans, Minne bach, Ots, van Zundërt en Bogers; zodoende is het voorstel om 2 plaatsvervangers aan te wijzen niet aanvaard» Vervolgens wordt overgegaan tot aanwijzing van één plaatsvervangend wethouder. De VOORZITTER wijst de leden Weijts en Kuijlen als stemop- nemers aan» De uitslag van de eerste vrije stemming luidt: de heer Jansen 5 stem men, de heer van Zundert 5 stemmen en 2 stemmen blanco. Omdat geen der leden de volstrekte meerderheid heeft wordt overgegaan tot een 2e vrije stemming waarvan de uitslag luidt: de heer Jansen 4 stemmen, de heer van Zundert 4 stemmen en 4 blanco-stemmen» Vervolgens vindt een herstemming plaats tussen de leden Jansen en van Zundert. De le den Jansen en van Zundert onthouden zich van stemming» De uitslag van deze herstemming luidt: de heer Jansen 5 stemmen, de heer van Zundert 4 stemmen en 1 blanco-stem, zodat de heer JANSEN is aange wezen als plaatsvervangend wethouder.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1967 | | pagina 24