16 -6 SEP, 1968 - k De heer VERSWUVER meent dat ook de keerzijde van de vrijheids- médalie bekeken moet worden: de voorgestelde regeling geeft de hou- vers meer vrijheid, snaar dan/ook voor de gemeentebesturen meer vrij heid komen. Spreker heeft geruchten gehoord over Raadsleden in andere gemeenten, die hebben gaineend dat men met de voorgestelde regeling wel accoord moést gaan, omdat anders de gemeente achtergesteld zou worden bij toewijzing van woningcontingent en verlening van rijks- goedkeuringen. De VOORZITTER antwoordt dat, indien dat zo gegaan is, de betreffende raadsleden toch hun eigen mening hadden moeten kenbaar maken opdat de Minister objectief sou kunnen oordelen. Gelet op de besluitsn van de Gemeenteraden in dit gewest, kan verwacht worden dat de liberalisatie doorgang zal vinden. De Minister wenst niet dat een bepaalde gemeente binnen een groot gebied, door afwijkende bepalingen, een eiland gaat vormen dat de ontwikkeling naar meer normale verhoudingen in dat gebied zou kunnen belosiiaeren. De heer VERSWUVER meent dat in de circulaire gesuggereerd wordt dat de gemeente met de stroom mee zal moeten. Spreker acht het onjuist deze stroming te peilen op beslissingen van Raadsleden die uit vrees voor de voorstellen van de Minister hebben gestemd. Spreker vreest een huurverjroging voor de particuliere huurwoningen» De VOORZITTER antwoordt dat de Minister de meningen van de Gemeente raden peilt op grond van de Woonruirtewet 19^7 en de Huurwet; in deze wetten is voorgeschreven dat de Gemeenteraden moeten worden gehoord alvorens besloten kan worden dat bedoelde: .wetten geheel of gedeeltelijk niet meer van toepassing zullen mijn. Overigens is hert voorstel van de Minister een terugkeer naar de normale verhoudingen inzake het goedkeuringsbeleid over bouwwerken. De heer KUIJLEN vreest geen groot effect voor hogere woninghuren. Indien de huur van particuliere huurwoningen te hoog wordt gesteld, zullen er niet veel gegadigden voor te vinden zijn, tenzij men de huur prijs tot een recö-ijk peil terugbrengt. De VOORZITTER beaamt dit; echter zal er voorlopig nog grote vragg naar huurwoningen blijven bestaan, zolang de adspirantbouwers van eigen-woningen het bouwen uitstellen wegens zeer hoge rentelasten» De RAAD besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders, Niets meer ter behandeling in de openbare vergadering aau de orde zijn de stelt de Voorzitter voor om in besloten vergadering over te gaan. Aldus vastgesteld ter openbare vergadering van S3?, fêfjp De Secretaris, De Voorzitter,

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1966 | | pagina 39