167 11
cMV.;'. lE'üé
3
Volgens deze Verordening bestaat het College uit drie leden t.w.
een Wethouder als Voorzitter, twee leden te benoemen op aanbeve
ling van elk der bovengemelde charitatieve instellingen.» Deze Commis
sie zendt jaarlijks een begroting van de ontvangsten en uitgaven in
hotkora"nde jaar en voorts een beredeneerd verslag omtrent de ver
richte werkzaamheden in het afgelopen jaay in.
De heer de VOS informeert wie in de afgelopen zittingsperiode lid
waren van deze Commissie
De VOORZITTER antwoordt: de heren A.de Dooij en M.v»d.Plasse
Vervolgens wordt overgegaan tot schriftelijke stemming inzake de be
noeming van een lid waarvoor door het Interparochieel sociaal—cha
ritatief centrum Hoogerheide—Huijbergen—Woensdrecht zijn. aanbevolen;
J.J.Jansen en A.de Dooij. De uitslag van de schriftelijke stemming
luidt: 4 stemmen op J.J.Jansen en 9 stemmen op A.de Dooij, zodat A.
de Dooij is foenoerpd.
Daarna wordt overgegaan tot schriftelijke stemming inzake de benoe
ming van een lid waarvoor door de Kerkeraad Hervormde Gemeente
Ossendrecht zijn aanbevolen:M.v,d.Plasse en Mevr„T.Herngreen-Schim-
rael.De uitslag van deze schriftelijke stemming luidt:13 stemmen op
M.v.d.Plassezodat deze met algemene stemmen is benoemd»
De VOORZITTER deelt mede dat de overige Raadscommissies op spoedig
mogelijk zullen worden benoemd. Het College voor de verlening van
Bijstand kan echter niet gemist worden omdat vaak op korte termijn
beslist moet worden op bijstandsaanvragen, vandaar dat deze Commis
sieleden thans benoemd zijn,
6oBESPREKING INZAKE LIBERALISERING VAN WONINGBOUW EN VERDERE BOUWNIJ
VERHEID, WOONRUIMTEBELEID EN HUURPRXJSBLHEERSING»
De VOORZITTER verwijst naar de circulaire van 5 augustus 1966 van de
Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, waarvan een af
schrift aan dj Raadsleden is toegezonden. Voorgesteld wordt om aan ge
noemde Minister te berichten dat ingestemd wordt met de door hem voor
gestelde grotere vrijheid van contingenteringlossere vormen van
huurprijsbeheersing en -bescherming en geleidelijke intrekking van de
Voonruinbewet 19^7» met dien verstande., dat invoering van het ruimere
huurbeleid veiligheidshalve wordt bepaald op 1 januari 1968 zoals ook
geldt voor gemeenten boven de 10.000 zielen, omdat het wonen en wer
ken in 'Woensdrecht ten nauwste samenhangt met de grotere gemeente
Bergen op Zoom. Het inwonertal van tenminste 10.000 zielen moet niet
essentieel worden gezien omdat deze latere invoeringsdatum ook geldt
voor gemeenten boven de 10.000 zielen welke uit meerdere kleinere kerk
dorpen bestaan»
De heer 0TS vreest dat bij een vrij huurbeleid gevaar ontstaat dat
de huren van "beleggers"woningen verhoogd zullen worden. Spreker meent
dat in deze gemeente een relatief hoog aantal huurwoningen eigendom
is van beleggingsmaatschappijen.
De VOORZITTER ontkent dit laatste; het eigenwoningbezit is in Woens
drecht beslist hoger dan het provinciaal gemiddelde van 47%, terwijl
de Gemeente 245 woningwetwoningen exploiteert en voorts nog grote
woningcomplexen worden geëxploiteerd door de Woningstichting Ons Be
lang (85 premiewoningen) en de Stichting Hegionaal Woningbezit (4l
premiewoningen)f voorts hebben enfcle beleggers inzake hun huurwonin
gen een zg.groot-contract met het Ministerie van Defensie: genoemd
Ministerie huurt die woningen en stelt deze aan militaire gezinnen
ter beschikking. Gezien hdt relatief gering aantal huurwoningen dat
door particulieren wordt geëxploiteerd en de vrijheid welke in deze
gemeente nu reeds aan de huiseigenaren wordt gelaten inzake de ver
huur van woningen, meent het Eollege van Burgemeesters en Wethou
ders dat gunstig kan worden geadviseerd inzake de liberalisatie van
het bouw- en huurprijsbeleid»