c
15 TB. 1966 1 2(:
V
Nieuwjaarsrede 1966
Mijne Heren,
Het jaar 1965 is in verschillende opzichten voor de
gemeente 'foensdrecht een gunstig jaar geweest inzoverre de
gemeente heeft gedeeld in de toeneming van de bedrijvigheid,
in vermeerdering van de woningvoorraad en het zielental, in de
belangstelling die van velerlei zijden voor deze streek van het
land groeiende is.
De bevolking van de gemeente nam toe van 6882 tot 7193
inwoners
De woningvoorraad van 1688 tot 1838, waarbij de sloop
van een aantal noodwoningen in aanmerking moet worden genomen.
Nadere details treft U aan in het statistisch overzicht.
Voor 1966 kunnen wij niet een zo grote vermeerdering
tegemoet zien, met name omdat de bouw van 84 woningen door de
Stichting Regionaal Woningbezit eerst in de tweede helft van
1966 zal aanvangen»
Het aantal woningen in uitvoering per 1 januari liep
terug van 153 in 1965 tot 53 in 1966 t.w.
gemeente 85 gemeente
per 1-1-'65: stichting 51 en per 1-1-'66: stichting
part. 37 part. 53
Niettemin kunnen wij redelijkerwijs verwachten, dat
over meerdere jaren genomen de expansie van deze gemeente zich
zal voortzetten. Er blijkt van particuliere zijde nog grote
belangstelling voor de woningbouw in de diverse uitbreidings
plannen en de ervaringen van 1965 geven gegronde aanleiding voor
de verwachting, dat ook in de komende jaren door particulieren
ruim gebruik zal worden gemaakt van de steeds groter mogelijkheden
om woningen te bouwen buiten de toegewezen contingenten. Een
belemmering daarentegen vormt ongetwijfeld de sterke stijging
van de rente van hypothecaire leningen.
De vergroting van de woongebieden stelt ons vanzelf
sprekend voor de daarmee verbonden problemen. Niet alleen zal
iedere nieuwe woonwijk moeten zijn voorzien van riolering, er
zullen ook middelen moeten worden gevonden het rioolwater af te
voeren en te zuiveren.
Bovendien zullen straten en plantsoenen moeten worden
onderhouden en schoongehouden» Een en ander zal t.z.t. zeker
aanpassing van het personeelsbestand vergen.
Het hoge peil van de bouwactiviteit stelt ons thans voor
de vraag of Bouw- en Woningtoezicht moet worden uitgebreid.
Aangezien ons is medegedeeld, dat tegen september '66
een eerste reeks wijzigingen op de Model Bouwverordening gereed
zal zijn, en het werken met de oude Bouwverordening ons tot nu
toe niet voor onoverkomelijke moeilijkheden heeft geplaatst,
menen wij een voorstel tot invoering van een nieuwe Bouwveror
dening nog enige tijd te moeten aanhouden. Inmiddels zullen de
met het Bouw- en Woningtoezicht belaste ambtenaren een cursus over
de nieuwe Verordening hebben gevolgd.
- Ruimer -