li
f
O
W
2 8 DEC. SS65
HEU0Ü Ui
zusjes als de kleuterschool uitgaat.
De RAAD besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming con
form het voorstel van Burgemeester en iethouders.
10.VOORSTAL TOT TöERENNING VAN SUBSIDIES.
A. SUBSIDIE nAN MATER AMABILXSSC.IGOL BERDEN 0? 200K.
De VOORZITTER licht het voorstel toe aan de hand van het
■ore—adviesVoorgesteld wordt een subsidieregeling vast te
stellen: k0% rijkssubsidie, 10% provinciaal subsidie en
30% gemeentelijk subsidie.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming conform het
voorstel van Burgemeester en Wethouders (30e begrotings
wijziging 1965 en 4e begrotingswijziging 1966).
3. SUBSIDIE PROTESTANTSE STICHTING VOOR MAATSCHAFPSLIJK JeRa
SN GEZINSVERZORGING IN ZUID-NEST-BRABANT
De VOORZITTER licht het voorstel toe. Voorgesteld wordt
osti deze activiteiten te subsidiëren volgens de gebruike
lijke regeling: 40% rijkssubsidie, k'Ogemeentelijk sub
sidie en 20% eigen middelen.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke steaming conform het
voorstel van Burgemeester en Wethouders 5© begrotingswij
ziging 1966
C. SUBSIDIE VOOR HET 3TRE E K3UURTJERK - 03J 30 UJJERK
De VOORZITTER licht het raadsvoorstel toe.
De heer JBÏJTS betwijfelt of een Maatschappelijk Jerker de
werkelijke behoeften van de verschillende gemeenten beter
kan peilen dan de ingezetenen.
De VOORZITTER antwoordt dat een beroepskracht voor dit
soort werk noodzakelijk geacht wordt; de kleinere gemeen
ten kunnen ieder voor zich geen fulltime Maatscnappelijk
•'/erker in dienst nemen; zulks kan wél geschieden door enke
le kleinere gemeenten gezamenlijk.
De heer JEIJTS meent dat het opbouwwerk juist uit de ge
meenschap moet worden opgebouwd en niet van bovenop kan
worden opgelegd.
De VOORZITTER beaamt dit, doch merkt op dat de plaatse
lijke Initiatiefnemers moeten kunnen steunen op een des
kundige Maatschappelijk Jerker als pushing—powerdeze
Maatschappelijk Werker moet de bruikbare plaatselijke
krachten opsporen en aan het werk zetten.
De heer RIJKELIJKHUIZEN meent dat de Maatschappelijk Ner-
ker de besturen van de plaatselijke verenigingen moet in
schakelen en bijvoorbeeld samenbundelen in een overkoepe
lend orgaan.
De VOORZITTER antwoordt dat de maatschappelijk Jerker de
besturen van de plaatselijke verenigingen zeker niet zal
passeren, doch ook contacten zal leggen met andere actie
ve ingezetenen. Voorts is het juist de opzet dat de Maat
schappelijk '«/erker zal werken met een regionale werkgroep,
waarin bestuursleden van de plaatselijke verenigingen hun
aandeel in het gesprek kunnen leveren.
De heer RIJRELIJSSUISEN vindt de taakomschrijving voor
deze Maatschappelijk Jerker te oppervlakkig.
De VOORZITTER antwoordt, dat de Maatschappelijk Jerker bij
de uitoefening van zijn taak nauw contact zal onderhouden
met de gemeentebesturen en het Interparochieel Sociaal