iL tilRli 11. VOORSTEL TOT NADERE VASTSTELLING VAN DE VERGOEDINGSREGELING VOOR HET BRANDWEERPERSONEEL (30e WIJZIGING GEMEENTEBEGROTING 1964). De VOORZITTER leest Het pre-advies voor. De Heer de DOOIJ informeert welke brandweerman in aanmerking komt voor de vergoeding inzake Het onderhoud van materieel ad f. 50 per jaar. De VOORZITTER zegt toe hierover te informeren. De heer ROOMER betreurt dat de vergoedingen aan het brandweerper soneel als "loon" worden aangemerkt; z.i. zijn deze vergoedingen te beschouwen als kostenvergoedingen o.a, verteer na afloop van de oefeningen, bij deelname aan wedstrijden of demonstraties of andere bijeenkomsten. De VOORZITTER zegt toe na te gaan op welke wijze verbetering op dit punt nog mogelijk is en te informeren welk standpunt de Inspec tie der Belastingen ten dien aanzien inneemt. De RAAD besluit vervolgens conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 12. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET MAXIMUMCREDIET IN REKENING- COURANT OVER 1965. De VOORZITTER licht het voorstel toe aan de hand van het pre-ad vies, De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 13. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE BEGROTING 1965 VAN: A. HET GEMEEN TELIJK WONING- en GRONDBEDRIJF; B. DE ALGEMENE DIENST DER GEMEENTE. De VOORZITTER leest de verslagen voor van de rapporteurs van de Raadsafdelingen inzake het onderzoek van deze begrotingen en stelt vervolgens aan de orde: voorstel tot vaststelling der begroting 1965 voor het woning- en grondbedrijf. In verband met door de raadsafdeling 2 gemaakte opmerkingen inzake het renteverlies bij het grondbedrijfdeelt de Voorzitter mede dat Burgemeester en Wethouders hiermede instemmen; dit standpunt zal ook ter kennis worden gebracht van Gedeputeerde Staten, waarbij dan tevens ver zocht zal' worden om de opvatting van het gemeentebestuur te willen ondersteunen bij de Directie van de volkshuisvesting en bouwnijver heid opdat deze laatste de goedgekeurde exploitatieprijs van grond zal aanvaarden als grondprijs voor woningwetwoningen. De heer ROOMER zou gaarne zien dat ten behoeve van de burgerij een duidelijke voorlichting werd gegeven inzake de kostprijsbe rekeningen van door de geïneente te verkopen bouwgronden. Vaak wordt gesuggereerd dat de gemeente grote winsten zou maken bij de ver koop van bouwgronden; met een simpele verwijzing naar de kosten van bouwrijpmaken wordt dan nog niet alles verklaarbaar geacht. De VOORZITTER antwoordt dat alle exploitatie-opzetten van grond- complexen vooraf aan de Raad ter beoordeling worden voorgelegd en toegelicht; de Raad beslist uiteindelijk onder eigen verantwoor delijkheid namens de ingezetenen. Een rechtstreekse voorlichting aan de ingezetenen wordt niet nodig geacht, al kan worden nage gaan op welke manier aan de ingezetenen een beter inzicht kan wor den verstrekt in het systeem van kostprijsberekening van bouwrijp te maken gronden. fauT

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1964 | | pagina 87