11 2 5' W0 De SECRTAKLS antwoordt bevestigend; in het tarief is mede begre pen de factor onderhoud van riolering. De heer JANSEN vindt dit teleurstellend hij had een belasting verlaging verwacht in plaats van belastingverhoging. De VOORZITTER merkt op dat tegenover de belasting wegens riole ring gesteld moet worden dat men voer de op riolering aangesloten percelen geen kosten heeft voor het ledigen van putten. De heer ROOMER voert tegen de opvattingen van de heer Jansen aan, dat de hogere uitgaven moeten worden opgebracht door degenen die ervan orofiteren en voorts dat in de koopsom van de gemeentegrond alleen kosten van aanleg zijn begrepen en niet de kosten van onder houd enz De VOORZIj.IER merkt op dat een voorstel in voorbereiding is tot invoering van een bouw ;rondexploitatieverordening. De neer JANSEN vezoekt het voorstel in stemming te willen brengen. De heer KUIJLEN informeert naar de belastbaarheid op basis van vaagde belastbare opbrengst van ongebouwde eigendommen- geldt deze basis ook voor afgelegen poldergrond grenzende aan zg. polderwegen? De SnCR-ixA. iIS licht toe dat deze belastbaarheid geldt voor alle on gebouwde eigendommen die op een openbare weg uitweg hebben; er is geen band tussen het uitweg hebben op een bepaalde weg en werk zaamheden van gemeentewege aan die weg. De belastingplichtigheid vloeit voort uit h<~*t hebben vr.n de uitweg, practisch zal geen en kel onbebouwd perceel onbelastbaar zijn. Jethouder BOGERS vraagt de heer Jansen of hij bezwaar heeft tegen de belastbaarheid van kopers van gemeentegronden of tegen verho- ging van de sxraatbelasting In het algemeen. De heer JANSEN antwoordt dat hij tegen beide factoren bezwaar heeft. Er is altijd beweerd dat gestreefd wordt naar belastingverlaging. Wethouder BOGERS antwoordt dat de heer Jansen steedt voorstellen inzake scholenbouw, verbetering van riolering en wegen enz. toe juicht- deze uitgaven brengen echter hun financiële lasten mede en deze^lasten zullen dan ook op de ingezetenen moeten worden ver haald. Jij moeten de klok niet stilzetten maar daarentegen de ont wikkeling der gemeente bevorderen, ook al zou dit offers vergen. De heer JANSEN blijft het onbillijk vinden dat degenen die bouw- rijpe grond van de gemeente gekocht hebben twee maal belast worden inzake de aanleg van riolering; eenmaal in de kostprijs en nog een maal in de factor riolering in de straatbelasting.Spreker had lie ver tegelijk een voorstel gezien inzake wijziging van de straataanleg- lasting. De heer van HOEK stelt voor om de beslissing over het voorstel tot wijziging van de Et raat beits ting te verdagen tot de vergadering waarin de Verordening tot wijziging van de Straataanlegbelasting a orde zal worden gesteld. De SECRETARIS antwoordt dat een voorstel tot ver zaal van de kosten van door de gemeente bouwrijpgemaakte gronden in /oorbereiding is. De behandeling van de wijziging der Straatbelasting kan echter niet langer worden uitgesteld aangezien eerst na Koninklijke goedkeuring het kohier over het dienstjaar 196k kan worden opgesteld; langer uitstel zou bezwaar opleveren voor de tijdige invordering van de Straatbelasting. De heer VERS 'IJVER merkt op dat alles niet ineens kan gebeuren; de gemeente staat echter voor de noodzaak om hogere inkomsten te ver werven ter financiering van kapitaalslasten van noodzakelijk uit te voeren werken; indien de heer Jansen andere wegen aan kan wijzen om inkomsten te verwerven, zou gedacht kunnen worden aan belastingver laging.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1964 | | pagina 67