26 - b - 13 JT De VOORZITTER vindt deze opvatting juist; maar het is zeer moeilijk om in zeer grote ondernemingen entree te krijgen; deze mogelijkheid ontstaat mis schien wel indien er een ontwerpplan opgesteld is door een deskundig in genieursbureau dat de behoefte van grootondernemingen wel zal kennen en mis schien ook relaties er mee heeftAllereerst is de hoofdzaak, om het fiat van het Rijk te krijgen op het plan voor de Krekehaven; als dit is ver kregen kan contact worden gezocht met industriële ondernemingen,. De Heer RIJKELIJKBUIZEN wil juist met groot geschut (i.e. grote onderne mingen) het Rijk wijzen op de behoefte aan een haven- en industriegebied; daartoe is het nodig dat eerst gegadigden voor industrieterrein worden ge zocht De VOORZITTER kan hierop nog geen beslissing geven; dit beleid zal nog bekeken moeten worden. De Heer de DOOIJ heeft vernomen dat in de omgeving van Völckev l?rp reeds is geïnformeerd inzake koopmogelijkheid voor gronden. De ^VOORZITTER antwoordt dat zulks kan geschieden uit speculatief oogpunt bijv, met het oog op de onteigeningsvergoeding; dit houdt nog niet in dat deze adspirantkopers grond zochten voor industrievestiging. De Heer RIJKELIJKHTJIZEN vraagt of naast de lasten ook de baten gezamelijk gedragen^worden. De mogelijkheid bestaat dat vestiging hoofdzakelijk op het grondgebied van een gemeente zal plaats vinden. De VOORZITTER antwoordt dat volgens artikel 2 der Regeling het gebied van de Krekehaven zich beperkt tot de haven met bijbehorend industrieterrein; bijkomende voorzieningen zoals woningbouw, schoolvestiging enz, zal een zorg zijn voor de beide gemeenten afzonderlijk. Wethouder SOGERS vindt het voorstel een grote, misschien wel moeilijke stap. Spreker meent dat deze samenwerking echter op zijn plaats is: de ge hele ZuidWestHoek verlangt naar industrie als werkgelegenheid voor de talri arbeiders die nu noodgedwongen elders werken in soortgelijke havenbedrijven het werk moet naar sprekers mening naar de mensen worden gebracht en niet omgekeerd. De hogere overheid zal dit ook moeten inzien. De VOORZITTER sluit de beraadslagingen. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming het voorstel van Burgemeester en Wethouders te aanvaarden. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VERORDENING INGEVOLGE DE ALGEMENE BIJ STANDSWET REGELENDE DE VERLENING VAN BIJSTAND EN DE BEHANDELING VAN BE ZWAARSCHRIFTEN. De VOORZITTER licht toe dat voorgesteld wordt om de behandeling van aan vragen om bijstand ingevolge de Algemene Bijstandswet als volgt te regelen: de ingekomenaanvrage wordt onderzocht door de daarmede belaste ambtenaar van de afdeling sociale zaken ter secretarie; deze zendt de aanvrage met de nodige bewijsstukken c.q. adviezen of rapporten naar het College van Bijstand, hetwelk daarop een beslissing neemt; van deze beslissing staat beroep open bij Burgemeester en Wethouders. De Heer RIJKELIJKHUIZEN informeert hoever de invloed strekt van de ambtenaar van de afdeling sociale zaken» De VOORZITTER antwoordt dat deze de normaal benodigde gegevens verzamelt en op grond daarvan een voorstel doet aan het College van Bijstand. Dit College is geheel vrij om het advies van de ambtenaar van sociale zaken al dan niet te volgen; bij haar beslissing kan bijv» het College voor Bij stand ook rekening houden met niet-ambtelijk vast te stellen omstandig- neden welke in een bijzonder geval een rol kunnen spelen. "10 0 0 i/v

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1964 | | pagina 61