iL" 3 O A fQ li 6, VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE EXPLOITATIEVERGOEDING KLEUTER ONDERWIJS OVER HST JAAR 1963, De VOORZITTER licht het voorstel toe aan de hand van het pre-advies. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders. ,/X 7. VOORSTEL TOT 10e WIJZIGING VAN DE ALGEMENE POLITIEVERORDENING. De VOORZITTER leest het raadsvoorstel voor. Burgemeester en "Wethouders stellen voor om de leden de DooijVerboven en Vos te benoemen tot lid van de Commissie voor het ontwerpen van de strafverordeningen; deze leden hadden in de vorige zittingsperiode van de Raad eveneens zitting in deze commissie. Door de Voorzitter desgevraagd verklaren deze leden zich bereid een benoeming te aan vaarden. De RAAD besluit zonder stemming, bij acclamatie, deze leden te benoemen tot lid van de Commissie voor het ontwerpen der strafverordeningen. Met betrekicing tot de voorgestelde wijziging der Algemene Politie verordening deelt de VOORZITTER mede dat naar aanleiding van de op merking van de Heer Y/'eijts in de vergadering van 27 februari 19é*f wordt v voorgesteld om in de politieverordening do beperkende bepaling "binnen de kom der gemeente" te schrappen en anderzijds enkele andere be palingen op te nemen zodat meer effectief kan worden opgetreden tegen verontreiniging op plaatsen buiten de bebouwde kom gelegen. De Heer KUIJLEN infameert of geen voorziening kan worden getroffen voor de bermsloot aan de Zuidzijde van de Nieuweweg nabij de Ijsberg; in deze open sloot loost het vuilwaterriool der gemeente; dit verwekt hinderlijke stank op warme dagen. De VOORZITTER antwoordt dat er op gerekend kan worden dat de riool waterzuiveringsinstallatie in september 196*1 gereed zal komen, zodat het einde van deze overlast in zicht is. De Heer RIJKELIJKHUIZEN vindt de afstand van 10 meter voor het leggen van mest- en voederkuilen langs wegen te gering. De VOORZITTER licht toe dat dergelijke kuilen sLechts hinderlijk zijn voor passanten en voorts dat indien een grotere afstand (bijv, *f0 m) wordt bepaald, er een grote strook landbouwgrond oneconomisch gebruikt zou kunnen worden omdat deze kuilen steeds bereikbaar moeten blijven. De Heer VERS./IJVER informeert hoe gehandeld zal worden met eigenaren van woningen in de Wouwbaan welke de huisriolering op de bermsloot hebben aangesloten zonder of niet volgens toestemming van de gemeente. De VOORZITTER antwoordt dat gecontroleerd zal worden welke clandestiene huisaansluitingen zijn gemaakt; daarna zullen de eigenaren in de gelegenheid worden gesteld om alsnog toestemming aan te vragen; deze toestemmingen zullen worden verleend voor het lozen van vuilwater via een septictank, doch niet voor faecaliën. Indien de voorwaarden van de lozingstoestemming niet zijn of worden nageleefd zal na waarschuwing strafrechtelijk worden opgetreden. De Heer JANSEN vreest dat veel eigenaren van woningen buiten de bebouw de kom door deze bepalingen op hoge kosten worden gejaagd, terwijl zij daartegenover geen gelegenheid krijgen om aan te sluiten op een ge sloten riolering. De Heer RIJKELIJKHUIZEN verzoekt om soepel optreden in de eerste periode. De VOORZITTER antwoordt dat bij woningen ver buiten de bebouwde kom gelegen de lozing van het regenwater en huishoudwater meestal geen probleem vormt; dit water wordt op natuurlijke wijze grotendeels in de particuliere waterlopen gereinigd, zodat de openbare water lossingen daardoor niet noemenswaardig verontreinigd worden. it\ r. y-t

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1964 | | pagina 56