-
- 6 -
De inval der Duitsers dreigde voor ons onderwijs troosteloos treu-
rige gevolgen te brengen:onze school is tweederde der bezettings-
tijd door de vijand opgeëist, daarna volgden de verwoesting en ver
nieling bij de bevrijding. Toch hebben wij in die tijd getracht in
16 of 17 gebouwen en gebouwtjes ons werk voort te zetten. Zo is het
gelukt mede door de volledige medewerking van Uw Raad en het College
van Burgemeester en Wethouders de nadelige gevolgen sterk te reduce
ren
a de bevrijding werkten Raad en Burgemeester en. Wethouders weer zo
mee, dat onze school in oktober 19A8 geheel was hersteld, waarna ze
in 1957 werd verbouwd en uitgebreid tot een m.i. zeer degelijke goe
de school. Maar daarnaast fourneerde de Gemeente ook gelden voor de
opbouw en uitbreiding van de School in Woensdrecht, een nieuwe meis
jesschool, een protestantse school, twee kleuterscholen, twee ULOscho-
len, Landbouwschool, Landbouwhuishoudschoolterwijl thans weer een 0
nieuwe lagebe schooi en kleuterschool op het programma staan.
Ik meen, dat het allen wel overduidelijk zal zijn, dat de Raad in die
ruim dertig jaren en het College van Burgemeester en Wethouderswaar
van de Leer Verswijver 19 jaren deel uitmaakte, veel voor dit onder
wijs hebben gedaan; dat was goed, verstandig en economisch bezien ook
juist. Recente onderzoekingen van de Unesco in economisch sterke sta
ten vertellen ons, dat de stijging van het economisch rendement in
de ^erenigde Staten in de 20e eeuw voor 90% te danken is aan het on-
yderwijs.
w aandeel tot verbetering van het onderwijs in deze gemeente is niet
onbelangrijk geweest. U heeft de behoefte aan goed onderwijs aange
voeld, doorleefd en vrij goed begrepen.
Geboren in 1890 met zijn geheel andere sociale verhoudingen, moest
U in plaats van naar school, reeds jong van de vroege morgen tot
's-avonds laat aan 'de arbeid in de polder, vaak anderhalfi uur van
de ouderlijke woning. De eerste Leerplichtwet is in 1900 in de 2e Ka
mer vastgesteld. Toen zij uitgevoerd werd, had U de leerplichtvrije
leeftijd bijna bereikt, zodoende was U als 17jarige knaap die ver weg
in Pommeren werkte, afgesneden van ouders, familie en vrienden, niet
in staat om het plaatselijk dagblad De Zoom dat een vriend U ter le
zing aanbood, te lezen. Gretig en ijverig heeft toen met beide han
den de IJ door een oudonderwijzer aangeboden hulp aanvaard en U door
zelfstudie verder opgewerkt tot een vooraanstaande plaats in het ver-
enigings- en politieke leven. Hieraan zult U wellicht grotendeels Uw
goed inzicht in de noodzaak van goed en veelzijdig onderwijs met de
juiste vorming danken; door Uw blijvende inspanning zijt ge wellicht
ook een voorbeeld voor vele jeugdigen, die de nodige inspanning bij
hun bevoorrecht onderwijs schuwen.
Als Katholiek hebben U en Uw echtgenote meer gedaan dan alleen de
minimumvoorschriften te volbrengen. Gaarne zijt ge bereid om zo mo
gelijk anderen te helpen»
Om al deze redenen, mijnheer Verswijver, heb ik deze avond gaarne een
woord tot U gericht. Ik moet U danken om Uw medewerking en alles wat
U voor het onderwijs hebt gedaan en ook voor al hetgeen U hebt gedaan
voor de Parochie als oud-voorzitter van de K.A.B. en als oprichter van
de R.K.Bond voor Bejaarden.
Ik kan mij indenken dat U meent als wethouder te moeten gaan. Ik wens
U een welverdiend rusiiger leven gaarne toe, maar zou persoonlijk niet
gaarne zien dat U ook aftreedt als Voorzitter van onze Bejaardenbond
Ik meen dat U hier de eerste tijd moeilijk te vervangen zult zijn.