7 7-2-1961 - 6 (j 18. VOORSTEL TOT BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN CREDIET VOOR VERBETERING VAN DE WONING DORPSSTRAAT 27 (5e WIJZIGING GEMEENTE-BEGROTING 1961). De VOORZITTER verwijst naar het raadsvoorstel en merkt daarbij op, dat niet alle kosten in de huurprijsverhoging in aanmerking genomen kunnen worden. Zijns inziens zullen buiten beschouwing blijven de kosten van uitgesteld onderhoud. De heer ROOMER deelt mede dat hij de woning heeft bekeken. Deze woning is niet zo abnormaal nat als het rapport doet voorkomen. Spreker vindt de verbouwingskosten zeer hoog en meent dat het beter zou zijn om deze woning te verkopen en een geheel nieuwepolitiewoning te bouwen. De VOORZITTER vindt het van een gemeentebestuur onjuist om een derge lijke vochtige woning te verkopen, want er behoort dan een aanschrij ving ingevolge de Woningwet tot verbetering van deze woning aan de nieuY/e eigenaar te worden gezonden, zodat deze onmiddellijk voor hoge kosten komt te staan. De heer BOGERS heeft de woning ook bekeken en vindt deze woning zeer nat; verbetering is hoogst noodzakelijk doch het bedrag van de geraam de kosten is naar de mening van spreker nogal hoog. De bouw van een nieuwe politiewoning met cel zal echter een nog veel grotere investe ring vergen, daarom is spreker voor het voorstel van Burgemeester en Ytfethouders De VOORZITTER beaamt de opvatting van de heer Bogers. De heer DE DOOIJ meent dat met een verbouwing van ongeveer f. 7-. 000, deze woning in redelijk goede staat zal zijn te brengen. De heer ROOMER beaamt de opvatting van de heer de Dooij. Hij stelt nogmaals voor om deze woning te verkopen. De nieuwe koper zal zeer zeker met beduidend lagere (dan de door gemeentewerken geraamde) kosten deze woning in behoorlijke staat kunnen brengen. De opbrengst van de verkoop van deze woning plus het geraamde bedrag voor de ver bouwingskosten zullen al een zeer groot gedeelte dekken van de stich- tingskosten van een nieuwe politiewoning. De VOORZITTER deelt mede, dat geïnformeerd kan worden of de Rijksge bouwendienst een nieuwe politiewoning in het dorp Woensdrecht zou willen bouwen. Wethouder VERSWIJVER vraagt zich af of het goed zou zijn, indien door een aannemer een plan met kostenbegroting werd opgemaakt tot redelijke verbetering van deze woning. Misschien zouden dan de kosten beduidend minder bedragen. De VOORZITTER meent, dat voldoende vertrouwen moet bestaan in de des kundigheid van gemeentewerken; overigens schuilt in deze verbouwings- xverkzaamheden een grote risicofactor: tijdens de werkzaamheden^kunnen allerlei verborgen gebreken te voorschijn komen. Spreker wil wel door gemeentewerken laten onderzoeken of deze woning met minder kosten in behoorlijke staat zal zijn te brengen; zou dit niet mogelijk zijn, dan zou aan de Rijksgebouwendienst bericht kunnen worden dat de ge meente niet langer zorgt voor goede huisvesting van de Postcommandant der Rijkspolitie. Vervolgens wordt^het voorstel van Burgemeester en Wethouders in stem ming gebracht. Voor stemmen: de leden van Overveld, van Tilburg, Ver- boven, Bogers en de Wethouders Verswijver en Jansen. Tégen:-, stemmen: de ledenDaverveldtVos, de Dooij, Roomer en ie Weert, zodat het voorstel van Burgemeester en YYethouders met 6 tegen 5 stemmen is aangenomen. \J 6

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1961 | | pagina 6