20-4-1961 - 3 - De heer ROOMER informeert of dan voor woningen waarvoor geen premie kan virorden toegekend (bijv. omdat zij niet aan de daarvoor gestelde eisen voldoen) dus wel een garantie kan worden verleend voor 90% der stichtingskosten De SECRETARIS antwoordt, dat deze mogelijkheid vrijwel uitgesloten moet worden geacht, omdat volgens de thans gewijzigde verordening garantie uitsluitend wordt verleend voor woningen, die qua type (bouwkosten inbegrepen) in beginsel voor premie in aanmerking komen. De Raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders. VOORSTEL TOT BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN CREDIET TEN BEHOEVE VAN DE LOZING VAN DE GEMEENTELIJKE RIOLERING (44e WIJZIGING GEMEENTE-BEGRO TING 1960 en 13e WIJZIGING GEMEENTE-BEGROTING 1961). Op verzoek van de Voorzitter leest de SECRETARIS het raadsvoorstel voor. De heer DE WEERT informeert naar de stand van behandeling van het plan voor de bouw van een zuiveringsinstallatie en vraagt in hoeverre al overleg is gepleegd met de belanghebbende grondeigenaren en het be stuur van het waterschap in welks waterlossing zal worden geloosd. De SECRETARIS antwoordt, dat dit project nog steeds in studie is. Voorts moet de financiering van dit project nog geregeld worden in het kader van de nieuwe Wet inzake de Financiële Verhouding tussen het Rijk en de gemeenten. De VOORZITTER deelt voorts mede, dat de voor deze installatiebenodigde grond nog niet is aangekocht omdat eerst de goedkeuring van dit project moet worden afgewacht. Er heeft wel reeds overleg met de betreffende grondeigenaar plaats gehad en daarbij is in principe overeenstemming bereikt over de wijze waarop zodanige voorzieningen aan diens gronden zullen worden getroffen, dat daardoor zo weinig mogelijk schade wordt ondervonden voor het bedrijf van belanghebbende. Met het betreffende waterschapsbestuur is nog geen overleg gepleegd; ook dit zal eerst^ge beuren nadat de goedkeuring op dit plan is ontvangen. Te zijner tijd zal het plan aan het waterschap worden voorgelegd en daarna zullen in onderling overleg de voorwaarden worden opgesteld waaronder de gemeen te ontheffing verkrijgt om de riolering te laten lozen in de water lossing, welke bij het waterschap in beheer is. De heer BOGERS meent, dat het toch wenselijker is dat de benodigde grond reeds nu wordt aangekocht om later stagnatie te voorkomen. Voor zover hem bekend is aan de grondeigenaar nog geen prijsaanbod voor deze grond gedaan. De VOORZITTER antwoordt, dat inderdaad over de koopsom van de grond nog niet is gesproken; zolang echter nog niet de goedkeuring is verkregen op het plan voor de aanleg van deze zuiveringsinstallatie staat ook nog niet vast hoeveel en welke grond er precies nodig is. Om deze redenen is het beter om eerst later tot aankoop van de benodigde grond oven te gaan. De heer DE WEERT informeert welke voorzieningen zullen worden getrotten in de waterlossing aan de Onderstal in verband met de tijdelijke lozing der riolering aldaar. De VOORZITTER antvroordtdat een bezinkingsreservoir met wateroverstort zal worden aangebracht. Uit de aard van dit systeem volgt, dat er steeds voldoende water itr dit bezinkingsreservoir zal staan, zodat de hinder van stank en ongedierte zoveel mogelijk wordt beperkt. De heer DE DOOIJ informeert waarom nu eerst een_voorstel wordt^gedaan inzake de tijdelijke lozing van de riolering, terwijl deze lozing al gedurende enige maanden gebruikt wordt.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1961 | | pagina 18