r:a li" 29-12-1960 5 - 11. VOORSTEL TOT BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN CREDIET VOOR AANLEG VAN EEN TOEGANGSWEG NAAR TERREIN VOOR KLEINE INDUSTRIËN OP KLEIN BERGEN. (48e wijziging gemeente-begroting 1960). De heer ROOMER kan zich met het voorstel verenigen mits de prijs van de overige bouwgrond in Klein Bergen daardoor niet wordt verhoogd en mits andere bouwpercelen onaangetast blijven. De VOORZITTER antwoordt, dat geen schade wordt toegebracht aan de om liggende bouwpercelen; deze weg is in het plan geprojecteerd, doch de verharding ervan is niet opgenomen in het plan en kostenbegroting voor bou?i/rijpmaken De heer DE WEERT informeert of ten gevolge van deze kosten de m2prijs van de overige gronden in Klein Bergen wordt verhoogd. De VOORZITTER antwoordt dat zulks niet het geval is; alleen voor het aangegeven grote terrein, bestemd voor de bouw van kleine industriën en garages, zal de m2prijs worden verhoogd. De Raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming het voorstel van Burgemeester en Wethouders te aanvaarden. 12. VOORSTEL TOT BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN CREDIET VOOR DE BOUW VAN EEN RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIE (49e WIJZIGING GEMEENTE-BEGROTING 1 96O) De VOORZITTER deelt mede, dat het aangeboden ontwerp is samengesteld door de Directeur Gemeentewerken; het Instituut voor Gezondheidstech niek T.N.O. kan akkoord gaan met de voorgestelde toepassing van de zogenaamde Pasveer-installatie. De heer DE V/EERT informeert of de benodigde grond reeds is aangekocht. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. Eerst als dit plan in principe goedgekeurd is zullen de aankooponderhandelingen worden geopend. Het heeft weinig zin reeds te gaan onderhandelen zolang niet vast staat, dat de grond absoluut nodig is voor het oprichten van een zuiverings installatie. Mochten te zijner tijd de aankooponderhandelingen geen resultaat opleveren, dan zal tot onteigening moeten worden overgegaan. De onteigeningsprocedure kan ongeveer 1-J jaar in beslag nemen. De heer DE DOOIJ informeert of ook is onderzocht of deze zuiverings installatie kan worden aangelegd op gronden van meerdere grondeige naren, ^zodat niet de volle last op één eigenaar wordt gelegd. Nu wordt één man gedupeerd. De VOORZITTER antwoordt, dat de juiste bouwplaats na nauwkeurig onder zoek ook op het terrein is vastgesteld. Het door de heer de Dooij aan gehaalde motief is daarbij eveneens in de beschouwing betrokken, doch de verderop gelegen gronden bieden als nadeel, dat een langere toevoer leiding nodig zal zijn en deze gronden een minder goede grondslag en hoogteligging hebben. Wethouder VERSWIJVER meent, dat wel overeenstemming zal worden ver kregen met de grondeigenaar. Als compensatie voor het verlies van de benodigde grond kan de overblijvende weide onmiddellijk grenzend aan de boerderij worden verhoogd met beschikbaar komende zwarte grond, zodat hier een cultuurtechnische verbetering ontstaat, welke het ver lies van een gedeelte van de weide compenseert. Voorts kan aan de eigenaar een verharde uitweg worden gegeven naar de zogenaamde Bril- seweg. Door deze maatregelen wordt de schade tot zo klein mogelijke proporties terug gebracht. De Raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 13. VOORSTEL TOT HET TOEKENNEN VAN SUBSIDIES (47e, 50e -F* 51e WIJZIGING GEMEENTE-BEGROTING 1960 EN 2e WIJZIGING GEMEENTE-BEGROTING 1961 De Raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders. U O

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1960 | | pagina 67