H-
11—11-1960
K O
5 -
15. VOORSTEL TOT:
A. GOEDKEURING VAN DE BEGROTING VAN DE INSTELLING MAATSCHAPPELIJKE ZORG
OVER 19615
B. VASTSTELLING VAN DE BEGROTING VAN HET GEMEENTELIJK WONINGBEDRIJF
OVER 1961
C. VASTSTELLING VAN DE BEGROTING VAN HET GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF
OVER 1961 MET 1e WIJZIGING;
D. VASTSTELLING VAN DE BEGROTING VAN DE GEMEENTE OVER 1961 MET 1e WIJ
ZIGING.
De Voorzitter leest de verslagen voor van-de rapporteurs van de raads-
afdelingen in zake het onderzoek van deze begrotingen. Spreker deelt
mede, dat aan de opmerkingen in deze rapporten gemaakt is voldaan bij
het ontwerp tot 1e wijziging van de begroting van het grondbedrijf en
van de gemeente.
De Raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming tot goedkeuring
c.q. vaststelling van de hiervoren genoemde begrotingen en 1e wijziging
van de begroting 1961 van het grondbedrijf en van de gemeente.
16. VOORSTEL TOT BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN CREDIET VOOR RIOLERING VAN DE
WATERLOSSING LANGS DE NIEUWEWEG EN VOOR HET LEGGEN VAN EEN TROTTOIR
LANGS EEN GEDEELTE VAN DE NIEUWEWEG (kke WIJZIGING GEMEENTE-BEGROTING
1960)
De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders dit voorstel
terugnemen, omdat bij nader inzien wellicht de mogelijkheid bestaat dat
een eenvoudiger en minder duur plan wordt ontworpen en voorts, omdat in
het voorgelegde plan werkzaamheden begrepen zijn, welke deel uit maken
van de 2e fase van het rioleringsplan.
17. VOORSTEL TOT BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN CREDIET VOOR VERKABELING VAN
EEN GEDEELTE VAN HET BOVENGRONDSE LAAGSPANNINGSNET (^3e WIJZIGING GE
MEENTE-BEGROTING 1960).
Ter toelichting op het pre-advies deelt de Voorzitter mede, dat in zake
de financiering van de verkabëlingskosten een enquete is gehouden. De
meeste gemeenten gaan akkoord met de door de n.v. P.N.E.M. voorgestelde
regeling; een klein deel der gemeenten vond het wel bezwaarlijk om een
bijdrage te verlenen maar deed het toch maar. Slechts één gemeente
Zevenbergen, weigert om een bijdrage te voldoen. Indien de gevraagde
bijdrage niet aan de PNEM wordt verleend, zal geen verkabeling geschie
den. Het bovengrondse net is echter versleten en de PNEM kan niet garan
deren, dat in de toekomst over dit net regelmatige stroomaflevering kan
plaats vinden. Indien er storingen optreden, draagt de gemeente daarvoor
gedeeltelijk de verantwoording
De heer ROOMER kan zich verenigen met het crediet voor de lichtmasten;
deze-immers worden gemeente-eigendom. Een bijdrage in de kosten van de
ondergrondse kabel, welke eigendom blijft van de PNEM, vindt spreker
niet juist.
De VOORZITTER antwoordt, dat het ook mogelijk is dat de gemeente een
afzonderlijke straatverlichtingskabel laat aanleggen. De kosten hiervan
bedragen echter f. 6,25 per meter; voor het opnemenvan de straatver
lichtingsader in de PNEM-kabel is slechts een eenmalige bijdrage van
f. 5,10 per meter verschuldigd. Deze methode heeft ook nog als voordeel,
dat, indien te zijner tijd vernieuwing of wijziging noodzakelijk is,
deze kosten geheel voor rekening van de PNEM komen.
De heer DE WEERT informeert of het vrijkomende materiaal misschien op
enkele plaatsen zal kunnen worden aangediend voor het aanbrengen van een
eenvoudige straatverlichting.
De VOORZITTER antwoordt dat zulks overwogen wordt. De PNEM zal trachten
het niet benodigde vrijkomende materiaal te verkopen aan andere gemeen
ten
De Raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel van Burgemeester en YYethouders.
fU