I i q 8 - 4 - 1960. - 3 - 3- INSTELLING COMMISSIE AD HOC TOT ONDERZOEK VAN DE GELOOFSBRIEF VAN W.J.VAN TILBURG WEGENS ONTSLAGNAME DOOR ANT.DE DOOIJ. De Voorzitter verzoekt de heren Verboven, Bogers en de SJeert als commissie ad hoe de geloofsbrief van dhr.W.J.van Tilburg te willen onderzoeken. Nadat deze heren hun benoeming hebben aanvaard, schorst de Voorzitter voor de tijd van het onderzoek de vergadering. Na het onderzoek van de geloofsbrief heropent de Voorzitter de vergadering, waarna van het onderzoek van de commissie ad hoe het rapport wordt voorge lezen, hetwelk strekt tot toelating van dhr.W.J.van Tilburg. De Raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming dhr.W.J.van Tilburg toe te laten als lid van de Raad. Dhr.W.J.van Tilburg betreedt de vergadering en legt in handen van de Voorzit ter de voorgeschreven eden af. De Voorzitter heet dhr.W.J.van Tilburg welkom in het midden van de Raad en spreekt zijn waardering uit voor het werk van dhr.Ant.de Dooij Voorts doet de Voorzitter mededeling van de aan de Raad en zijn leden gerich te brief van Ant.de Dooij, houdende dankzegging voor de prettige wijze van samenwerking gedurende zijn raadslidmaatschap ondervonden. Tevens voegt dhr. Ant.de Dooij de beste wensen voor de Raad en zijn leden daaraan toe. De Voorzitter spreekt vervolgens de wens uit, dat dhr.Ant.de Dooij het goed moge gaan met zijn gezin in zijn nieuwe grote woonplaats Eindhoven. 4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE 3e WIJZIGING VAN HET ALGEMEEN AMBTENAREN REGLEMENT EN DE 2e WIJZIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMSTENVERORDENING. De Voorzitter leest de respectievelijke pre-adviezen voor. De Raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Bur gemeester en Wethouders de 3e wijziging van het Algemeen Ambtenarenregle ment en de 2e wijziging van de Arbeidsovereenkomstenverordening vast te stellen. 3. VOORSTEL TOT VOORLOPIGE GOEDKEURING VAN HET PLAN TOT ONTEIGENING VAN GRON DEN LANGS DE KLOOSTERSTRAAT EN KROMSTRAAT De Voorzitter licht het voorstel aan de hand van het pre-advies toe. Dhr.ROOMER informeert of de woning van de Jong in de onteigening is begre pen. De VOORZITTER antwoordt, dat geen enkel gebouwd eigendom wordt onteigend. Wel is het pand van de Jong op de bijbehorende staat vermeld, maar onder de rubriek "te onteigenen" zijn alleen ongebouwde eigendommen vermeld. Dit plan is zo uitgeknobbelddat door deze onteigening thans voorlopig vol doende grond vrijkomt voor de stichting van scholen. De Raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming conform het voor stel van Burgemeester en Wethouders het plan tot onteigening van gronden langs de Kloosterstraat en Kromstraat voorlopig goed te keuren. 6. VOORSTEL TOT BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN CREDIET VOOR UITVOERING RIOLERINGS WERKEN IN HET KERKDORP WOENSDRECHT (14e WIJZIGING GEMEENTE-BEGROTING i960). De Voorzitter leest het pre-advies voor en voegt daaraan toe, dat het nemen van dit besluit nog geen uitvoering van de J>e fase van het rioleringsplan betekent, dit ter voorkoming van een verkeerde opvatting bij de inwoners. Dhr.ADR.DE DOOIJ vraagt of er voor deze fase een lozingsvergunning is ver kregen en of het teren van de buizen niet nodig is. De VOORZITTER antwoordt, dat in 1958 een lozingsvergunning is gevraagd aan de Polderbesturen. Deze hebben met opzet niet geantwoord, zodat wij na ver loop van de termijn voor antwoord, volgens de procedure, in beroep zijn ge gaan bij Gedeputeerde Staten. Dit College kan nu de vergunning verlenen in overleg met de partijen. Het teren van de buizen is niet nodig en is zelfs nadelig, daar deze in werkt op de cement van de voeg. J

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1960 | | pagina 27