a - 5 1960»
- 5 -
De VOORZITTER merkt op, dat dit een te riskante onderneming was, hetgeen
ook wel bleek toen het gemeentebestuur de mogelijkheid tot exploitatie
door particulieren openstelde. Er kwam aanvankelijk alleen dhr.Soeters
opdagen voor de algehele exploitatie; blijkbaar durfden andere onderne
mers het risico niet aan.
Dhr,ADR.DE DOOIJ informeert naar de gang van zaken bij de gehouden ver
pachting.
De VOORZITTER zet de gang van zaken uiteen.
Dhr.ADR.DE DOOIJ informeert waar de afsluiting van het scheldestrand zal
worden geplaatst. Indien dit dicht bij de spoorlijn zal zijn, kan wel
een gevaarlijke situatie ontstaan op de onbewaakte overweg.
De VOORZITTER antwoordt, dat de afrastering op 150 meter afstand van de
spoorlijn zal worden geplaatst. Overigens laat dhr.Soeters op drukke tij
den de onbewaakte spoorlijn door eigen personeel bewaken. Volgens infor
matie bij de Nederlandse Spoorwegen is de plaatsing van een alarminrich
ting of knipperlichten op deze overweg zeer kostbaar.
De Raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming het voorstel van
Burgemeester en Wethouders te aanvaarden.
11. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN GARANTIE OP EEN BOUWCREDIET
De Voorzitter licht het voorstel toe aan de hand van de ingezonden be
scheiden.
De Raad besluit zonder hoofdelijke stemming een overeenkomst aan te gaan,
waarbij de gemeente zekerheid stelt voor de betaling van rente en aflos
sing van een door een verzekeringsmaatschappij aan L.C.Ph. van Melick te
verstrekken hypothecaire geldlening tot een bedrag van f. 21.24-5,
Niets meer aan de orde zijnde sluit de Voorzitter de vergadering met gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 april 1960.
De Secretaris, De Voorzitter,
L/J.