4 w
12 - 2 - 1360. J
-4-
6. VOORSTEL TOT 5e WIJZIGING VAN DE BEZOLDIGINGSVERORDERING 1959.
De VOORZITTER zet dit voorstel aan de hand van het pre-advies
uiteen, De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming conform
hej5 voorstel van Burgemeester en Wethouders de 5e wijziging van
de Bezoldigingsverordening 1959 vast te stellen.
7. VOORSTEL TOT 4e WIJZIGING VAN DE VERORDENING REGELENDE DE STRAAT-
AANLEGKOSTENBELASTING
De VOORZITTER licht dit voorstel toe aan de hand van het pre-advies
tie RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
van Burgemeester en Wethouders de 4e wijziging van de Verordening
regelende de straataanlegkostenbelasting vast testellen, met aan
tekening dat dhr.de Weert geacht wordt te hebben tegengestemd.
8. VOORSTEL INZAKE VERHOGING VAN DE KINDERTOELAGE EN -BIJSLAG OVER HET
4e KWARTAAL 1959 VOOR HET IN AANMERKING KOMEND GEMEENTEPERSONEEL
De VOORZITTER licht dit voorstel toe aan de hand van het pre-advies.
De RAAD besluitzonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
van Burgemeester en Wethouders een verhoging van kindertoelage en
-bijslag over het 4e kwartaal 1959 het daarvoor in aanmerking kome
komend gemeentepersoneel toe te kennen.
9. VOORSTEL TOT TOEKENNING VAN EEN UITKERING INEENS OVER HET 1e KWAR
TAAL I960 AAN HET GEMEENTEPERSONEEL.
De VOORZITTER licht dit voorstel toe aan de hand van het pre-advies.
Dhr.ROOMER zegt dat de uitbetaling ervan reeds is geschied.
De VOORZITTER antwoordt dat de uitbetaling bij wijze van voorschot
is geschied en dus terugvorderbaar is.
Dhr.ADR.DE DOOY vraagt wie onder"gemeentepersoneelworden verstaan.
De VOORZITTER antwoordt, dat allen die in gemeentedienst zijn door
de term "gemeentepersoneel" worden omvat^er verduidelijking voegt
hij eraan toe, dat de GSWers niet daaronder vallen, omdat zij niet
in gemeentedienst zijn, maar ingevolge de gemeentelijke sociale
werkvoor zieningsregeling zijn tewerkgesteld.
Dhr.ROOMER verklaart zich uitdrukkelijk voor het voorstel en voegt
daaraan toe dat het een eis van rechtvaardigheid is de salarissen
verder op te trekken, ^r is nog een te groot verschil tussen de sa
larissen in de verschillende gemeenten.
De VOORZITTER antwoordt dat dit het noodzakelijk gevolg is van de
"gewraakte" gemeenteclassificatie. Hieraan kan dezerzijds niets
veranderd w®rden.
■^e RAAD besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming conform het
voorstel van Burgemeester en Wethouders aan het gemeentepersoneel
een uitkering ineens over het 1e kwartaal i960 toe te kennen.
10.VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE EXPLOITATIEVERGOEDING INGEVOLGE
ARTIKEL 7-5VAN DE KLEUTERONDERWIJSWET OVER 1959.
De VOORZITTER licht dit voorstel toe aan de hand van het pre-advies.
•^e RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming de exploitatievergoeding
ex art.73 van de Kleuteronderwijswet over 1959 vast te stellen con
form het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
11.VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET VOORSCHOT INGEVOLGE ARTIKEL 75
VAN DE KLEUTERONDERWIJSWET OVER 1960.
De VOORZITTER licht dit voorstel toe aan de hand van het pre-advies.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming het voorschot ex art.
75 van de Kleuteronderwijswet voor i960 conform het yoorstel van
Burgemeester en wethouders vast te stellen.