2 JUNI 191
RONDVRAAG
De VOORZITTER deelt mede dat door de leden Adr.de Dooijde Weert en Da-
verveldt de volgende vragen zijn gesteld:
1Wat gebeurt er met het dorpspleintje in Woensdrecht? Moet dat zo maar
weer een vol jaar blijven liggen?
Wethouder VERSWIJVER antwoordt dat opdracht is gegeven dit terrein na:
de kermis in te zaaien. Voorts wordt door de gemeente nog gewacht op
een plan van de speeltuinorganisatie, opdat ook hiermede rekening zal
kunnen worden gehouden.
2. Is het niet mogelijk een betere afsluiting te maken voor de algemene
begraafplaats in Woensdrechtde toestand is nu onhoudbaar.
Wethouder VERSWIJVER antwoordt dat deze begraafplaats in gebruik en be
heer is bij de Nederlands Hervormde Gemeentel deze draagt dus zorg voor
de afrastering.
De VOORZITTER licht nader toe dat de situatie ter plaatse erg ingewik
keld is. Ter plaatse zijn gelegen de Protestantse Begraafplaats (fei
telijk slechts ter grootte van 80 m2) en de openbare begraafplaats. In
de loop der jaren is door de Nederlands Hervormde Gemeente ook een ge
deelte van de openbare begraafplaats gebruikt voor het begraven van
lidmaten van dat Kerkgenootschap. Ook het beheer en onderhoud van bei
de begraafplaatsen wordt sedert jaren in feite uitgeoefend door de Ne
derlands Hervorm.de Kerk.
In ?958 is door de gemeente met de Kerkeraad overleg gepleegd inzake
het onderhoud van deze begraafplaatsen. De Kerkeraad wenst niet persé
een eigen protestantse begraafplaats en kan zich geheel verenigen met
een voorstel tot overname van deze protestantse begraafplaats (ter
grootte van 80 m2) door de gemeente, welke dan voor het onderhoud en
beheer van deze begraafplaats zal zorgen. Een moeilijkheid vormt echter
dat op de Protestantse begraafplaats enkele zgn. eigen graven aanwezig
zijn ten behoeve van het onderhoud waarvan een fundatie aan de Kerkeraad
der Hervormde Gemeente van Ossendrecht is verleend. Misschien kan hier
voor nog een oplossing worden gevonden. De Voorzitter zegt toe dat door
het gemeentebestuur het overleg met de Kerkeraad der Hervormde Gemeente
zal worden hervat.
Hoe zit het nu met de gebruikelijke rondvraag in de vergadering?
De VOORZITTER antwoordt dat deze procedure is geregeld in het op 3 april
1959 vastgestelde Reglement van Orde op de vergaderingen van de Raad,
hetwelke aan alle raadsleden is toegezonden. De vragen behoren dus voor
de raadsvergadering schriftelijk te worden ingediend.
Dhr.DE WEERT zag liever dat het vroegere systeem van een vrije rondvraag
na behandeling van de agenda weer werd ingevoerd. Zonodig stelt hij voor
om het Reglement van Orde in die geest te wijzigen.
De VOORZITTER antwoordt dat Burgemeest er en Wethouders zulks niet ge-
wenst achten. Sommige gestelde vragen vereisen een collegiaal overleg.
Weliswaar zouden dan-direct vragen kunnen1worden beantwoord welke geen-
nader overleg vereisen, maar door dit te doen, wordt aan de vragen wel
ke een collegiaal overleg vereisen een portantie toegekend welke zij
in feite misschien niet hebben. Overigens ziet spreker het nut van de
verlangde wijziging niet in; indien er iets gevraagd moet worden kan
dit steeds,ook mondeling, geschieden bij spreker, de secretaris of een
der wethouders.
Dhr. DE WEERT handhaaft
ming te willen brengen.
De VOORZITTER antwoordt dat stemming niet mogelijk is ingevolge het Re
glement van Orde, aangezien geen voorstel terzake is gedaan overeen
komstig genoemd Reglement.
3-
zijn mening en verzoekt zijn voorstel in stem-
ed
Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering gesloten met
Aldus vastgesteld ter openbare vergadering van f p J:
h/P. De Secretaris, De Voorzitter,
/—jk-