t
239
1>
- 5 -
2 JUNI 1959
op hetzelfde grondperceelwaartoe deze barak gedeeltelijk zal moeten wor
den gesloopt. Voor de andere bewoner der barak ie inmiddels ook woonruimte
beschikbaar gekomen, zodat deze barak kan worden gesloopt.
De Raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders.
14. VOORSTEL TOT ONTEIGENING VAN EEN PERCEEL GROND AAN DE HUIJBERGSEWEG
De VOORZITTER licht toe dat door de Raad op 20 februari 1959 is besloten
om het verzoek van dhr. A.Moors om toepassing van de schadevergoedingsver
ordening voor zijn aan de Huijbergseweg gelegen grondperceel sectie D, nr.
1^-69 in behandeling te nemen en voorlopige goedkeuring te verlenen aan het
plan tot onteigening van dit grondperceel. Ter uitvoering hiervan wordt
thans voorgesteld om over te gaan tot onteigening van dit grondperceel.
De Raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders
15. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING EX ARTIKEL 50 DER KLEUTERONDER
WIJSWET VOOR DE BOUW VAN EEN VIERKLASSIGE KLEUTERSCHOOL TE HOOGERHEIDE.
De VOORZITTER licht toe dat het hier betreft een voorstel om in principe
te besluiten medewerking te verlenen voor de bouw van een vierklassige
school voor huisvesting van de r.k. bijzondere kleuterschool te Hoogerhei-
de
Dhr. ROOMER informeert waar deze school zal worden gebouwd.
De VOORZITTER antwoordt dat deze zal worden gebouwd nabij de nieuwe lagere
Meisjesschool op grondpercelen, welke thans eigendom zijn van de Zusters
van en J.Konings.
De Raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders.
16. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING EX ARTIKEL 50 DER KLEUTERONDER
WIJSWET VOOR DE STICHTING VAN EEN BIJZONDERE PROTESTANTSE KLEUTERSCHOOL.
De VOORZITTER licht toe dat dit voorstel eveneens een principe-besluit in
houdt. Aangezien het hier echter betreft een verzoek om medewerking voor
de oprichting van een nieuwe bijzondere kleuterschool, moet de Raad tevens
beslissen of al dan niet zal worden overgegaan tot oprichting van een o-
penbare kleuterschool Aangezien tot op heden de behoefte hieraan niet is
gebleken en niet door de ouders van kleuters om de oprichting hiervan is
verzocht, wordt voorgesteld om te beslissen dat niet zal worden overgegaan
tot oprichting van een openbare kleuterschool.
Dhr. ROOMER deelt mede dat hij in principe geen bezwaar heeft tegen het
verlenen van de gevraagde medewerking voor de oprichting van de bijzonde
re Protestantse Kleuterschool, maar spreker zal het wél bezwaarlijk vinden
dat de Raad nu tevens besluiten zou dat in de toekomst geen openbare kleu
terschool zal worden opgericht.
De VOORZITTER antwoordt dat het voorstel inhoudt dat de Raad beslist dat
thans niet overgegaan zal worden tot oprichting van een openbare kleuter
school. Indien later de behoefte aan een openbare kleuterschool zich doet
gevoelen en door ouders van een voldoende aantal kleuters" de oprichting van
een dergelijke school wordt verlangd zal aan de Raad een voorstel terza
ke worden gedaan. Het thans voorgelegde ontwerp-besluit zal daarvoor dan
geen belemmering vormen.
De Raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming conform het voor
stel van Burgemeester en Wethouders.
17. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MACHTIGING TOT HET AANGAAN VAN KASGELDLENIN
GEN IN HET 3e KWARTAAL 1959-
De VOORZITTER licht het voorstel toe.
De Raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders.