h/j. 4 FEB 1958 Provincie vaststellen van de hoofdlijnen van ontwikkeling, die voor een streek wordt gedaöht - zonder dat dit de bindende en verstarrende vorm van een streek plan krijgt - een vooral voor de kleineren belangrijke ruggesteun kan beteke nen bij de realisatie van de voorgenomen politiek. Daarin kan tevens worden bereikt, dat iedere plaats zijn krachten kan concentreren op de rol die hij in het nationaal en regionaal bestel het best kan vervullen, waarmee mogelijk krachtsverspilling en onderlinge na-ijver worden voorkomen. Het is, dunkt mij, prematuur thans in deze Raad voorspellingen te doen over de rol, die Woensdreeht in de ontwikkeling opgedragen krijgt. Want ik meen, dat wij dit moeten zien als een opdracht. Maar ik huiver voor de gedach te wat zich zou kunnen voordoen als deze gemeente en onze streek min of meer rnvoorbereid door die opdracht zouden worden overvallen. Mijne Heren, wij zijn een jaar ingegaan, dat, naar het zich laat aan zien, wel v/eer een bestedingsbeperkingsjaar zal worden. Spectaculaire verbe teringen of verfraaiingen mogen dan ook niet worden verwacht. Met beperkte middelen zal een keuze moeten worden gemaakt uit de vele zaken, die zich als Y/enselijk voordoen. Wij staan ook in het begin van een jaar, waarin verkiezingen zullen plaats vinden voor Provinciale Staten en Gemeenteraad. Men spreekt veelal van verkiezingsstrijd, en dat is wel aan te nemen.Maar een strijd kan met veler lei middelen worden gevoerd. En hier zou ik in herinnering willen roepen de nieuwjaarspreek van de Pastoor van Hoogerheide, die ons allen vooral en boven al heeft toegewenst standvastigheid in en vermeerdering van liefde, en die er zeer terecht op heeft gewezen, dat een oorlog, die wij allen vrezen, uitein delijk toch niet anders is dan een cumulatie van de kleine en grote liefde loosheden, waartegen eenieder in zijn eigen leven heeft te waken. Laten wij derhalve waken tegen liefdeloosheid, laten wij liefdeloosheid ook niet met liefdeloosheid beantY/oorden, want dan komt die gevreesde cumulatie vanzelf in gang. Moge de strijd eerlijk en met respect voor de persoon en de overtui gingen van anderen worden gevoerd. Als dit verwezenlijkt kan worden, mijne Heren, dan - maar cok alleen dan - mogen wij met vertrouwen bidden om Gods zegen voor de vrede en v/elvaart, die in onze gemeente zullen heersen. Tenslotte wil ik U danken voor al hetgeen in het belang van de gemeen te hebt verricht, voor de leiding, die IJ in Uw vergaderingen van mij hebt wil len aanvaarden, voor de critiek waarmee U bij tijd en wijle het gemeentebe stuur hebt -willen bijsbaan. Namens U Y;il ik ook gaarne onze medewerkers danken. In het bijzonder de Secretaris, die met nooit verslappende ijver zijn deskundigheid in dienst van Vfoensdrecht heeft gesteld. Zonder anderen ook maar in het minst te kort te willen doen, zou ik toch met name de Heer Lijmbach willen noemen, die spe ciaal tijdens de ziekte va,n de Heer Jacobs en na het vertrek van de Heer Ver aart èen zware en veelzijdige taak te vervullen heeft gehad. Gaarne houden wij ons ervan overtuigd, dat diegenen, die reeds hun uiterste krachten geven, dit willen blijven doen, daarmede tevens strekkende- tot voorbeeld aan hen, die hun prestaties zouden kunnen vergroten. Tot bloei van onze gemeente, als een bijdrage aan het nationaal welzijn. Woensdreehtjanuari 1958.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1958 | | pagina 9