7 H
5 0 DEC 1958
i. Bericht van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant G nr.6077 d.d, 3 decem
ber 1938 houdende machtiging tot het doen van een kapitaalsuitgaaf ad
f. 6.237,97 ten behoeve van de aankoop van linoleum, banken en een boen-
machine voor een bijzondere school (26e wijziging gemeente-begroting 1958).
-1.851.2/06.1.
j. Schrijven van de Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiek
rechtelijke Bedrijfsorganisatie nr. U 367^9 d.d. 27 november 1958 houdende
mededeling, dat bij Koninklijk Besluit van 20 november 1958 no. 11 de 3©
wijziging van de Verordening regelende de straataanlegkostenbelasting is
goedgekeurd. -1,71^.12.
k. Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant G nr.6089 d.d. 3 decem
ber 1958 tot goedkeuring van het raadsbesluit van 18 november 1958 strek
kende tot vaststelling van het maximum crediet in rekening-courant voor
het jaar 1959» -2.07.352.626.
1. Schrijven van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant G nr.90290a d.d. 10
december 1958 houdende bericht van goedkeuring van de begroting, de be
groting van de aangewezen tak van dienst voor het dienstjaar 1958 en di
verse wijzigingsbesluiten daarvan. -2.07.352.
De Voorzitter doet hierbij mededeling van de daarbijgaande bemerkingen,
m. Schrijven van de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid nummer
1203716 d.d. 3 december 1958 houdende mededeling en toezending van het
Koninklijk Besluit van 20 november 1958 no.13 tot onthouding van goedkeu
ring aan het raadsbesluit van 11 april 1958 no.22 tot onteigening van ge
bouwde en ongebouwde eigendommen op Klein Bergen. -2.07.35115
n. Schrijven van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant G nr.85529&/119526a
d.d. 10 december 1958 houdende bericht van goedkeuring van de raadsbeslui
ten d.d. 9 augustus 1957 en 2 september 1958 strekkende tot het onttrekken
aan het openbaar verkeer van een gedeelte van de Huijbergsebaan.-1.811,111.8.
o. Schrijven van de heer J.C.de Weert, raadslid, d.d. 27 december 1958, inge
komen op 29 december 1958, houdende verzoek tot intrekking van het raads
besluit d.d. 1 maart 1957, waarbij het College van Burgemeester en Wet
houders is gemachtigd te besluiten omtrent het kopen, ruilen of vervreem
den, het bezwaren of verpanden, het verhuren, verpachten of op enige ande
re wijze in gebruik geven van gemeente-eigendommen. -2.07.63»
De Voorzitter deelt mede, dat dit schrijven door Burgemeester en Wethou
ders nader in studie genomen zal worden waarna het punt eventueel overeen
komstig het Reglement van Orde op de oproepingsbrief voor de volgende ver
gadering zal worden geplaatst.
De hiervoor onder c, d, h en i vermelde machtigingen zijn verleend onder het
voorbehoud, dat ter financiering van de betreffende kapitaalsuitgaaf een vas
te geldlening met de N.V.Bank voor Nederlandsche Gemeenten wordt gesloten.
Vervolgens stelt de Voorzitter voor deze stukken voor kennisgeving te aan
vaarden.
De Raad besluit zonder hoofdelijke stemming deze stukken voor kennisgeving
te aanvaarden.
3.' VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VERORDENING REGELENDE DE TEGEMOETKOMING
IN VERPLAATSINGSKOSTEN VAN ONDERWIJZERS. -1.851.2/01.
De Voorzitter leest het pre-advies voor en zet uiteen, dat door de vast
stelling van deze verordening de onderwijzers voor wat de verplaatsings
kosten betreft gelijk worden getrokken met de gemeente-ambtenaren. De vast
stelling van een dergelijke verordening is thans mogelijk geworden door de
wijziging van de Lager-onderwijswet 1920, ingaande 1 januari 1959. Daar
voor werden de verplaatsingskosten begrepen in de voor de vergoeding ex
artikel 101 van de Lager-onderwijswet 1920 in aanmerking komende uitgaven.
Ingevolge die bepaling werden dan deze kosten aan het schoolbestuur ver
goed. Voorts belicht de Voorzitter de belangrijkste bepalingen van de ter
vaststelling aangeboden verordening.