m
119
14 FEB ('958
In twee jaar tijds is de netto uitgaande pendel - als we dit nog pen
del mogen noemen - dus van 180 personen terug gelopen tot 80 personen.^
Voordat wij ons nu "bovenmate gaan verheugen over deze ontwikkeling
dienen wij ons wel te realiseren, dat in deze cijferopstelling een aantal on
zekerheden zit. Het wil mij echter voorkomen, dat de tendenz niettemin wel
duidelijk is. Wij mogen dan ook gerust ~nze dank uitspreken jegens die parti
culiere ondernemers en jegens de landsoverheid, dank zij wier initiatieven
deze relatief gunstige ontwikkeling tot stand is gekomen.
Toch dienen wij hierbij wel te bedenken, dat het patroon der werkgele
genheid in dit gedeelte van Brabant nog weinig geschakeerd is. Voortover het
van een gemeente als Woensdrecht verwacht mag worden, zullen ook wij ons moe
ten inspannen om een bijdrage te leveren voor de verdere ontwikkeling. Het
stemt dan ook tot grote voldoening, dat kort geleden overeenstemming werd^ <=-
reikt over de overdracht van bijna 18.00;'' m2in het voor industrievestiging
op het uitbreidingsplan aangeduide gebied. Zelfs konden daarbij de financie-
ringsmoeilijkheden worden opgelost door een aanbod A'an lening.
Het is onze stellige overtuiging, dat wij met kracht op deze weg die
nen vort te gaan.
Terugkerend tot de gevolgen van de bestedingsbeperking wil ik in dc
tweede plaats noemen de teleurstelling, dat voor Rijkssubsidie in het aan
sluitbaarmaken op de waterleiding in 1958 niet alle binnen het Tien-Jaren
plan bereikbare onrendabele percelen in aanmerking zullen werden gebracht, j..
maar slechts 125, dat is ongeveer 1/3.
Wij kunnen vanzelfsprekend niet zeggen hoeveel percelenvolgend jaar
voor Rijkssubsidie in aanmerking zullen komen, maar wel hebben wij de Water
leiding Mij. dringend verzocht gebruik te maken van de dcor Uw besluit van
9 november 1956 geschapen mogelijkheid van. vóór-subsidiëring. Ook voor de
werkgelegenheid zou het gunstig zijn als met dit werk voortgang kon worden
gemaakt
Een derde slachtoffer van de bestedingsbeperking, zij het niet van de
gemeente maar toch in de overheidssfeer, is de LandbouwhuishoudschoolNog is
het de N.C.B. niet' mogen gelukken de nodige financieringsmiddelen aan te trek
ken, zodat nu ook wij onze tussenkomst hebben verleend bij een aanvrage voor
eventueel dóór te lenen gelden.
Inmiddels mogen wij dankbaar zijn, dat de Zusters van het Philomena-
-v^cht, nadat zij eerst bereid waren de gemeente de gelden voor vier nood-
lokaxon ter leen te geven, toen déze lening geen doorgang kon vinden, zijn
overgegaan tot het zelf bouwen van schoolruimte, die door de^gemeente kan
worden gehuurd. Daarmede wrdt toch wel een belangrijke verlichting in de
huisvestingsproblemen van het meisjesonderwijs bereikt, niettemin hopen wij
met de Zusters en de N.C.B.dat de huishoudschool zal worden gebouwd, zodat
het v.g.l.o. kan worden beëindigd en de kleuterschool desgewenst alle vier
en vijfjarigen zal kunnen opnemen in zonnige en frisse lokalen.
Bijzonder opvallend is in dit bestédingsbeperkingsjaar de teruggang in
de bouw van woningen, voor bouwers - eigenaars - bewoners en van de^credieu-
verlening op nieuwbouw met gemeente-garantieDe woningbouwci jf ers in de bij
lagen geven in. zekere zin een mistekening. Ongetwijfeld zal 1958 door de bouw
van 68 woningen op het Duintjesterrein een top te zien geven in het aantal
gereed gekomen woningen. Ultimo '58 zullen daar dan o.m. de 24 woningen van
de Rubertstraat bij geteld worden. Een zuiverder beeld zou echter^wel worden
verkregen als die 24 woningen tot 1957 werden geteld, omdat zij aan het eind
van dat jaar vrijwel voltooid warenVergelijken we speciaal het aantal wo
ningen van eigenaars-bewoners in aanbouw op 1 januari 1957 t.w, 47 - 24 _23,
met het aantal in aanbouw op 1 januari '58 t.w. 103 - (68+24) 11» dan zien
we een halvering. Deze grote achteruitgang mag deels worden geweten aanhet
einde van de herbouw-financieringen, deels aan een zekere verzadiging bij ge
stegen bouwkosten, maar grotendeels naar onze stellige overtuiging aan finan
cieringsmoeilijkheden
-Voor-