Hov r- r18 SÜf j958 - 2 - Bericht van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant G nr.1679 d.d. 15 ok tober 1958 houdende machtiging tot het doen van een kapitaalsuitgaaf ad f. 81^,28 ten behoeve van de eerste inrichting van een lokaal voor het bijzonder kleuteronderwijs (25e wijziging gemeente-begroting 1958). -1 .851.11/07.2. Bericht van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant G nr.119.532 d.d.22 ok tober 1958 houdende machtiging tot het doen van een kapitaalsuitgaaf ad f. 3^.376,ten behoeve van de bouw van een garage voor de brandweer en gemeentewerken (2^+e wijziging gemeente-begroting 1958-2.0735151 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant G nr.169^ d.d. 8 okto ber 1958 tot goedkeuring van het raadsbesluit d.d. 30 september 1958 tot machtiging van het College van Burgemeester en Wethouders om in het ke kwartaal 1958 kasgeldleningen af te sluiten. -2.07.352.75. Besluit van Burgemeester en Wethouders d.d. 5 november 1958 tot het voor de periode van 17 november 1958 tot 17 november 1959 aangaan van ee:a kasgeldlening ad f. 150.000,met de Rijkspostspaarbank te Amsterdam. -2.O7.352.75. Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant G nr.89782 d.d, 29 ok tober 1958 tot gedeeltelijke goedkeuring van en gedeeltelijke onthouding van goedkeuring aan het bij raadsbesluit van 3 mei 1957 vastgestelde uit breidingsplan voor het grondgebied der gehele gemeente. -177781121 De Voorzitter zet uiteen, dat de gedeeltelijke onthouding van de goed keuring in het algemeen omvat enkele bepalingen in de bestemmings- en de bebouwingsvoorschriften. Hierbij hebben Gedeputeerde Staten de jurispru dentie van de Kroon gevolgd. Hierdoor dienen enkele bepalingen eruit te worden gelicht en ingevolge de Woningwet elders geregeld te worden. Voor het plan in hoofdzaken omvat de onthouding van goedkeuring het vol gende 1, Gedeputeerde Staten maken bezwaar tegen de geprojecteerde agrarische kernbebouwing op de Heimolen. De mening van Burgemeester en Wethouders, welke mening aan Gedeputeer de Staten genoegzaam bekend is gemaakt, is echter, dat voor de Heimo len de gelegenheid tot het bouwen moet worden gelaten, in het bijzon der voor de aldaar reeds van oudsher bestaande kleine kern. Nu staat tegen het besluit van Gedeputeerde Staten beroep open op de Kroon. Of er echter veel kans van slagen is zal eerst door het College van Burgemeester en Wethouders worden afgetast. Hierbij is het ook weer zo, dat alleen maar de goedkeuring is onthouden en dat Gedeputeer de Staten verder voor dit gebied geen andere bestemming hebben voorge schreven. In verband hiermede en met het feit, dat bij een uitspraak in beroep door de Kroon een bestemming kan worden voorgeschreven waar aan niet meer is te tornen, is het goed eerst af te tasten wat de be doeling van Gedeputeerde Staten is ten aanzien van de bestemming van dit gebied. Te dien einde zullen Wethouder Verswijver en spreker op 28 november 1958 in de Kleine Commissie voor de Uitbreidingsplannen van de Provinciale Planologische Dienst het standpunt der gemeente verdedigen. Nu staat al wel vast, dat Gedeputeerde Staten door de ge projecteerde bestemming lintbebouwing vrezen; voor hun standpunt is ook wel wat te zeggen. Gezien de plaatselijke omstandigheden is wel aan te nemen, dat er van de mogelijkheid om aldaar te bouwen wel geen gebruik zal worden gemaakt voor het bouwen van grote agrarische be drijven, aanzienlijke burgerwoningen en winkelpanden. Het is ook al leen onze bedoeling gevi/eest om bebouwing mogelijk te maken voor het type woningen zoals dat er nu staatDe dezerzijds gegeven voorschrif ten daartoe zijn inderdaad wel wat ruim, maar er kunnen beperkingen worden opgelegd ten aanzien van de grootte van het te bebouwen per ceel, volume, goothoogte, e.d., zodat bij wijziging van de voorschrif ten bij het uitbreidingsplan gegeven toch aan het doel wordt "beant woord.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1958 | | pagina 69