17 8 h 3 0 SEPT 1956 - 6 - Wethouder JANSEN voegt hieraan toe, dat betrokken personen altijd wel om zullen moeten blijven lopen, daar door de geplande aanleg van plant soenen het lopen over het nu "kale" dorpsplein wel verboden zal worden. Dhr.ADR.DE DOOIJ ziet niet in waarom die puntdraad op de huidige plaats moet blijven. De VOORZITTER zegt, dat het nu en in de toekomst nodig zal zijn het dorpsplein af te zetten en dat zulks op meerdere plaatsen voorkomt, zodat het omlopen van de door IJ bedoelde personen een van de normale gevallen is. -1.811.111.6. f. Dhr.DE WEEP.™ vraagt naar aanleiding van het voorafgaande (onder d) wie die machtiging aan het College van Burgemeester en Wethouders heeft ver leend De VOORZITTER zegt, zoals reeds hiervoren is betoogd, dat de Raad daar toe heeft besloten. Welke Raad is dat dan geweest, zo vraagt dhr.DE 'WEERT weer. De VOORZITTER antwoordt, dat dat de Raad der gemeente Woensdrecht heeft besloten. De SECRETARIS voegt hieraan toe, dat er in elke gemeente volgens de ge meentewet maar één Raad is. Dhr.DE WEE7'5'" kan zich niet herinneren, dat hij daartoe heeft medegewerkt. De VOORZITTER antwoordt, dat dit besluit is genomen door de vorige Raad en dat dat besluit zijn werking heeft behouden. Dhr.DE WEERT zegt, dat hij er zich niet mee kan verenigen, dat de nieuwe Raad alles maar moet accepteren wat de oude Raad heeft uitgemaakt. De VOORZITTER antwoordt daarop, dat om aan een zodanig verlangen te vol doen het gehele gemeente-archief leeg gehaald zou moeten worden. Dhr.ROOMER merkt op, dat een dergelijk machtigingsbesluit toch wel ge wijzigd kan worden als daartoe gegronde redenen zijn. De VOORZITTER antwoordt, dat zulks altijd door de Raad kan geschieden. g. Dhr.ROOMER informeert of het waar is, dat tijdens de brand van zaterdag j.l. de motorspuit zonder benzine stond. De VOORZITTER antwoordt, dat daarvan niets bekend is, maar dat een onder zoek zal worden ingesteld naar de juistheid van deze opmerking. h. Dhr.ROOMER zegt, dat het hem bekend is dat de aanleg van de vijver op het dorpsplein te Woensdrecht een mislukking is geworden, zodat dus de daaraan besteedde kosten nutteloos zijn geweest. Hij vraagt waar de tech nische fout zit. De VOORZITTER zegt,' dat de vijver is voorzien van een voldoende dxkke leemlaag om water te houden. In het begin mocht er echter van de water leidingmaatschappij Zuid-Beveland niet genoeg water in, waardoor de put spoedig droog kwam te staan met het gevolg dat de leemlaag ging scheuren en zodoende lek is geworden. Dhr.DE WEERT zegt te weten, dat de directeur gemeentewerken de waterlei dingmaatschappij heeft gevraagd om 300 m3« water, doch dat hij deze hoe veelheid niet overdag, maar wel 's-nachts kon krijgen. De VOORZITTER antwoordt, dat, als dit het geval is, de aannemer toch wel bereid zou zijn geweest om daarvoor een nacht op te offeren. Dhr.ROOMER zegt, dat de vijver is aangenomen om deze naar behoren op te leveren. De VOORZITTER antwoordtdat de oplevering inderdaad niet overeenkomstig de bepalingen van aanneming is geschied, doch dat de aannemer bereid is gevonden de put kosteloos te dichten. -1.853.6. i. Dhr.ROOMER vreest, dat bij de aanleg van de rioolvijvers, welke ingevol ge het rioleringsplan zullen worden aangelegd, op dezelfde moeilijkheid zal worden gestoten.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1958 | | pagina 65