177 d 3 G SEPT 1958 - 5 - Dhr.DE WEERT voert nog aan, dat hij het er niet mee eens is en dat deze belasting naar zijn mening zeer onbillijk is. De VOORZITTER vraagt of er stemming wordt verlangd over het voorstel. Dhr.DE WEERT verlangt stemming over het voorstel tot handhaving van de aanslag, welke is opgelegd aan A.L.Brouwers De uitslag van de hoofdelijke stemming is, dat acht leden voor stemmen en één lid, zijnde dhr.de Weert, tegen het voorstel stemt, zodat het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot handhaving van de aan A.L.Brouwers opgelegde aanslag in de straataanlegkostenbelastingis aanvaard. 13. RONDVRAAG. a. Dhr.VERBOVEN vraagt of het mogelijk is het trottoir vanuit de Nieuweweg door te trekken tot aan de abri in de Raadhuisstraat, daar de mensen vanuit Woensdrecht, die gebruik willen maken van de abri bij de bushalte, door het zand en bij regenachtig weer door de modder moeten gaan. De VOORZITTER antwoordt, dat het leggen van trottoir aan de Raadhuis straat een aangelegenheid is betreffende de Provincie. Bovendien zal mettertijd de abri verdwijnen daar de bushalte verder uit de bocht is gelegd. -1.811.111.7. b. Dhr.DE WEERT informeert of de heggen langs de weg, welke particulier eigendom zijn, worden onderhouden door de gemeente, zoals dit gebeurd is bij de heer Dingenouts aan de Ossendrechtseweg. De VOORZITTER zegt, dat de Ossendrechtseweg een provinciale weg is die in onderhoud is bij de gemeente. De door de gemeente daaraan uitgevoer de onderhoudswerkzaamheden worden vergoed door de Provincie. De berm van deze weg behoort ook te worden onderhouden o.a. tot aan de heg van de heer Dingenouts. Dhr.ROOMER merkt naar aanleiding hiervan nog op, dat de berm aldaar en de iets verderop liggende sloot wel verbeterd dienen te worden, daar het bij regenachtig weer daar al spoedig een modderpoel is. De VOORZITTER antwoordt, dat dit de aandacht van het College van Burge meester en Wethouders reeds heeft. -181111131 c. Dhr.ADR.DE DOOIJ vraagt of de overweg bij wachtpost 17 verbeterd kan worden. De aldaar liggende rails is 30 cm. hoger komen te liggen, waar door het vooral tijdens de bietencampagne, gevaarlijk is daarover te rijden. Er zullen zeer zeker ongelukken gebeuren. Spreker attendeert er alleen maar even op, opdat men, als er een ongeluk zal gebeuren, niet zal kunnen zeggen, dat op de gevaarlijke toestand aldaar niet is gewezen. De VOORZITTER zegt, dat ter plaatse een onderzoek zal worden ingesteld. d. Dhr.ADR.DE DOOIJ zegt al enige malen bericht te hebben ontvangen van grondaan- en verkopen door het College van Burgemeester en Wethouders. In verband hiermede vraagt hij waarom Burgemeester en Wethouders daar over beslissen en of het College dit de juiste weg vindt. De VOORZITTER antwoordt, dat destijds door de Raad het besluit is geno men om het College van Burgemeester en Wethouders te machtigen te be sluiten tot het huren, verhuren, aan- en verkopen en bezwaren van gemeen te-eigendommen. Het College beschouwt dit als een juiste weg. e. Dhr.ADR.DE DOOIJ merkt op, dat de aan het dorpsplein te Woensdrecht wo nende mensen (Molnar)" helemaal achterom moeten lopen langs Jonckheere om in de Dorpsstraat te komen, doordat het dorpsplein aan hun kant is afgezet met puntdraad in verband met de daar aanwezige vijver. Waarom moet dat zo blijven Door het terugplaatsen van de afzetting zou dit omlopen niet meer nodig zijn. De VOORZITTER antwoordt, dat de vijver gedicht zal worden.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1958 | | pagina 64