118 i M FEB i956 GEMEENTE 0 E IT S D R E C H T Nieuwjaarsrede 1 9 5 8 Heren, leden van de Raad, Het jaar 1958 is al wat te ver voortgeschreden, dan dat ik^U thans nog mijn beste wensen voor het nieuwe jaar zou mogen doen toekomen. Wij weten ech ter van elkaar wel, dat wij elkander ook zonder uitdrukkelijke felicitatie ne beste toewensen. Ik mag de gebruikelijke gelukwensen dan verder wel achter wege laten. Het is nu echter de eerste Raadsvergadering in 1958 en daarom is het toch wel goed om eens de balans op te maken over 1957 en, voor zover de duis ternissen, waarin wij leven, het toelaten, een blik te slaan op het komende jaar. 1957, mijne Heren, heeft ook voor de gemeente Woensdreeht gestaan m het duister van de bestedingsbeperking. Alom wordt de noodzaak van de^beste dingsbeperking erkend; alom ook wordt op bepaalde facetten ervan eritiek uit geoefend. Het is, dunkt mij, niet de competentie van de Voorzitter van een^ge meenteraad, om eritiek uit te oefenen op 1 s lans politiek, hetzij in prijzende hetzij in afkeurende zin. Het staat daarentegen een Raadsvoorzitter ongetwij feld vrij de aandacht te vestigen op de gevolgen van enige landelijke poli tiek in de gemeente en eventueel suggesties ter zake te doen. Op het eigen terrein van de gemeente veroorzaakte de beste dingsbeperking in de eerste plaats een zeer sterke afremming van aankopen en investeringen. Dit heeft tot gevolg gehad, dat behoudens datgene, waartoe reeds betalingsverplichtingen waren aangeg-.an, practisch geen investeringen of aankopen zonder aanwijzing van vaste financieringsmiddelen konden worden ondernomen. Het voornaamste slachtoffer daarvan zou ik willen noemen: de abomina bele huisvesting van de R.K.Meisjesscholen aan de Huijbergseweg. De nodige credieten zijn door U gevoteerd, maar de rijksgoedkeuring op^de bouw en de goedkeuring op de begrotingswijziging zijn nietafgekomen, konden ook niet afkomen zolang niet tevens in de financieringsmiddelen kon worden voorzien. Nu uit de woningbouwleningen ook bedragen voor scholenbouw zijn gereserveerd, wachten wij met spanning op een beslissing of de gemeente in het gerut van de nodige financieringsmiddelen zal worden gesteld. Expressis verbis wil ik hier gewag maken van de zeer grote, positieve belangstelling die van de zijde van van het Provinciaal Bestuur en de Griffie voor deze noodtoestand wordt ge toond. Wij mogen, dunkt ons, goede hoop hebben, dat ook de Minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen in deze niet achter zal blijven. Heeft de gemeente op dit punt getracht financieringsmiddelen te ver krijgen, op andere punten hebben wij gemeend als loyaal gemeentebestuur zelf naar beperking te moeten streven. Zonder pijn hebben wij de gedachte aan het bouwen van een woning^voor de burgemeester ter zijde geschoven tot daar naderhand wellicht ooit ruimte vour zal komen. Met enige tegenzin daarentegen hebben wij in het afgelopen jaar de plannen voor de bouw van een goede brandweergarage annex garage en werkplaats voor gemeenteY/erken in de lade laten liggen. Van kleinere omvang zijn de besnoeiingen, aangebracht in de plannen voor reconstructie van het do-rpsplein in Woensdreeht, voor vernieuwing van de afrasteringen bij de zg. "verv/oeste hoek" en dergelijke. -Evenals-

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1958 | | pagina 3