151
A
2 JUNI 1958
- 3 -
v. Schrijven nr. U 32026 d.d.19 april 1938 van de Minister van Binnenlandse
Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie houdende
bericht van goedkeuring bij Koninklijk Besluit van 2k maart 1958 nr.12
van de 1e en 2e wijziging van de "Verordening op de heffing van een
straatbelasting in de gemeente YYoensdrecht-1.71^.12,
De Raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming deze stukken voor
kennisgeving te aanvaarden.
3. VOORSTEL TOT IIET TOEKENNEN VAN EEN TOESLAG VAN 3AAN GEMEENTEPERSONEEL
EN INVOERING VAN EEN LOONREGELING OP BASIS VAN WERKCLASSIFICATIE ALSMEDE
PRESTATIEBELONING VOOR GEMEENTEWERKLIEDEN-2.08.7^2.
De VOORZITTER geeft een uitvoerige toelichting op doel en strekking van
dit voorstel en verklaart hierbij, dat het nog niet erg duidelijk is hoe
dit ingevoerd moet worden. De invoering van de werkclassificatie en pres
tatiebeloning zal, wil de 3% toeslag terugwerken tot 1 april 1958, vóór of
op 1 januari 1961 moeten zijn ingevoerd. Daartoe zal t.z.t. een beoorde
ling opgesteld moeten worden, welke voornamelijk afhankelijk zal zijn van
de individuele prestatie. Deze beoordeling zal nu juist aanleiding geven
tot vele moeilijkheden. Vooral voor de kleine gemeenten wordt dit moeilijk
daar die meestal geen taakanalysten hebben; deze kleine gemeenten kunnen
dan ook de hulp inroepen van het Bureau Personeelsbeheer en Organisatie
van de Vereniging van NederlandseGemeenten, hetwelk ook wordt aanbevolen
door het Centraal Bureau in zake gemeenschappelijke behandeling van gemeen
telijke personeelsaangelegenheden. Spreker zegt, dat de moeilijkheden wel
iswaar vele zullen worden, maar dat men zich daardoor niet van de invoering
ervan moet laten afschrikken.
Dhr.DE DOOIJ vraagt wie de prestatietoelage te beoordelen krijgt.
De VOORZITTER antwoordt, dgit de onmiddellijke chef van de Yirerkman staten
moet invullen, die hij dan weer doorzendt aan zijn chef en zovervolgens
Ons staan dan tenslotte beoordelingsformul#46v.ten dienste. Hierbij zal ook
rekening moeten worden gehouden met persoonlijke omstandigheden, welke be
lemmerend hebben gewerkt op de arbeidsprestaties.
Dhr.RAAIJMAKERS informeert of dit hetzelfde systeem is als dat wat op het
ogenblik in de gemeente Wouw in wording is. Daar is een controleur van de
Nederlandsche Heide Mij. aangesteld als beoordelaar. Spreker vraagt- verder
of dit ook hetzelfde is als dat voor de werklieden in de gemeentelijke
sociale voorzieningsregeling. Is hierbij een tariefstelsel? Spreker vreest
echter het ergste v-o,or de beoordelaar, daar het niet aanbevelenswaardig is
dat de een met meer loon naar huis gaat dan de ander, terwijl zij dikwijls
toch ook hetzelfde werk hebben verricht in dezelfde ploeg.
Dhr.VERSWIJVER merkt op, dat niet alleen naar de prestatie geoordeeld zal
worden, maar ook naar het gedrag van de werkman.
De VOORZITTER antwoordt, dat het allemaal zeer moeilijk wordt en dat men
zi'èh van de wijze van beoordeling in de kleine gemeenten nog geen juist
beeld kan vormen. Daarom zullen er nog verschillende richtlijnen gegeven
worden, welke dan nog nader verklaard en uiteengezet zullen worden in be
sprekingen van en lezingen voor de Colleges van Burgemeester en Wethouders
en de diensthoofden.
Dhr.BOGERS meent, dat het niet zo moeilijk zal worden de prestatie te be
oordelen. In hèt gewone., bedrij fsleven is dit al enige tijd ingevoerd en het
'gaat toch ook goed. Een eerste vereiste daarvoor is, dat de beoordelaar de
juiste man is, die een rechtvaardige prestatiebeoordeling zal geven en van
zelfsprekend moet hij een all-round-vakman zijn. Is dit het geval, dan zal
het, ook gezien de goede werklieden die we hebben, best lopen.
De VOORZITTER zegt, dat het toch wel moeilijk blijft om te beoordelen of
iemand goed gewerkt heeft. Een ter zake kundig iemand zal een individuele-
prestatiebeoordeling moeten geven zonder daarbij te letten op de ploegpreS-
tatie. Tegenover deze moeilijkheden staat echter het huidige ook niet ide
ale loonsysteem.