2 4 SEPT 1955 24 8 I Bij het vernemen van het benoemingsbesluit ging er een vreugde kreet op onder de gemeentenaren, waarbij tevens allerlei verwach tingen van U werden geuit, uet moge U gegeven zijn, om als hoofd van de gemeente, de zware taak die door de regering is toevertrouwd geworden zonder moei lijkheden te kunnen vervullen. De korte blik die IJ op onze gemeente hebj? kunnen laten schijnen zal voor U nog wel onvoldoende zijn voor een goede oriëntatie. Het ambt als burgemeester in onze gemeente schijnt wel een zeer moeilijk ambt te zijn gezien het verleden en het feit dat thans de vierde burgemeester in mijn politieke loopbaan benoemd is moeten worden, hetwelk niet alle aan toevalligheden is te wijten en wat noch voor de gemeente noch voor de benoemde als goed zijnde voor de gemeente kan worden beschouwd, De toekomst moge ons doen ondervinden, dat U als burgemeester het gezag mede zult weten hoog te houden, dat U als Voorzitter van de Raad der gemeente moge bezield zijn met dezelfde goede deugden van Uw voorgangerj de openhartigheid, de gemoedelijkheid, onpar tijdigheid en onkreukbaarheid lieteh bij deze niets te ?4ensen over, waarom het' onze regering dan ook heeft behaagt hem in een grotere gemeente als burgemeester te benoemen. Met enig wederzijds begrip en een goede wil om op vredelievende wijze en onpartijdig de gemeentebelangen te dienen zullen we onder Uwe leiding een tijdperk van prettige samenwerking tegemoet gaan. Daar wwar mogelijk zullen wij trachten het U in de vervulling van Uw ambtsplichten zo aangenaam mogelijk te maken, zodat we dan tengevolge van een goede samenwerking in U wederom een goed burgemeester weten te hebben. Met deze verlangens bezield zij U dan van harte gefeliciteerd met Uwe benoeming aid Burgemeester in onze gemeente, welke feli citatie tevens uitgaat tot Uwe echtgenote en kindenen.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1955 | | pagina 60