2 4 SEPT (555 24 4 tijdige verzorging van de mogelijkhedeh voor vrije-tijdsbesteding en algemeen menselijke ontplooiing. Ëet verzorgingspeil laat op sommige punten, electriciteitsvoorziening en riolering nog te wen sen over. Dit zijn zo slechts enkele grepen uit een verlanglijst, die ieder van IJ, vertrouwd met de gemeente, heter zou kunnen opstellen dan ik. Het is van het allergrootste gewicht, dat het bestuur der gemeente voortdurend oplettend blijft in het zoeken naar wegen en middelen om de in ons staatsbestel gegeven bevoegdheid tot handelen in het belang der gemeente uit te buiten. ¥eel is er, dat in vroeger jaren geheel autonoom door de gemeente is ge'êntameerd en behartigd, dat later is geregeld geworden door hogere lichamen. Wij willen niet treurend en mokkend stilstaan bij herinneringen aan vroegere verhoudingen op het gebied van de auto nomie, maar veeleer actief blijven op alle gebieden waar de gemeen telijke activiteit in welke vorm ook nuttig effect kan afwerpen, al zal ook het zoeken van de middelen in vele gevallen zeer moei lijk zijn. Dit neemt 'uiteraard niet weg, dat wij steeds op de bres zullen x staan voor de plaatselijke medezeggenschap, onverschillig of deze nu past in wat wij autonomie of zelfbestuur plegen te noemen. Het gaat bij dit alles tenslotte om de meest efficients wijze om de gestelde doeleinden te bereiken, waarbij wij steeds in het oog hebben te houden, dat een van de eerste doeleinden van de manselij ke persoon is, zelf naar eigen inzicht het goede te doen. Evenzeer als op een hartelijke samenwerking met Wethouders en an dere Raadsleden, meen ik te mogen rekenen op een goede samenwerkir^j met het ambtenarencorps der gemeente, met Rijks-,Provinciale en intercommunale diensten en huh vertegenwoordigers, met de kerke- jm I i

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1955 | | pagina 56