i 5 AUG '955
boswachterswoning had verlaten. 23 J
Het gemeentebestuur had dit alles kunnen voorkomen door de woning op
een vroeger tijdstip te vorderen, doch dit heeft zij niet willen doen
omdat er steeds hoop was dat Aalberfcsen nog tijdig andere passende
woonruimte zou krijgen.
middels
Op 3 Mei 1$55 dealde Graaf de ChamburêVzijn advocaat Mr.van Aalst
aan het gemeentebestuur mede, dat hij zou trachtenNontrpimingsvonnis
te krijgen tegen 31 Juli 1955. Later werd als eis gesteld,ontruiming
uiterlijk 30 Juni 1955* Het gemeentebestuur moest toen wel maatrege
len treffen aangezien het gezin Aalbertsan over een behoorlijke wo
ning behoorde te beschikken in verband met de ziekte van zijn vrouw en
de geestelijke gesteldheid van zijn zoomtje. Het zou onverantwoordelijk
zijn een dergelijk gezin op straat te xfefcsx zetten. Aangezien er in de
gemeente nog ruim 15B woningzoekenden zijn, waarvan 130 voorkeérsge-
vallen in hoofdzaak militaite gezinnen, bleef als enige uitweg over,
tot vordering van de woning over te gaan, hetgeen geschiedde bij beslui
van 2b Juni 1955» Omdat bleek dat in deze vordering een formele fout
was gemaakt, werd deze vordering ingetrokken en op 27 Juni 1955 een
nieuw vorderingsbesluit genomen,waartegen Graaf de Chambure in kort
geding in beroep is gegaan; de gemeente werd bij kort geding in het
ongelijk gesteld, omdat volgens^g'^rechter misbruik van recht zou heb-
- -
ben plaats gehad en bovendien niet alle wettelijke vereiste formali
teiten in acht waren genomen. Tegen deze uitspraak stond geen hoger
beroep open omdat inderdaad de vordering niet aan de eisen voldeed.
Daaróm werd 11 Ju^.i 1955 een nieuwe vordering gedaan, waarop de rechter
op 26 Juli 1955 in kort geding uitspraak deed en de gemeente wederom
in het ongelijk, stelde, aangezien z.i. misbruik van recht en macht was
gemaakt
Alvorens de gemeente stappen deed, heeft zij steeds te voren overleg
gepleegd met het Ministerie van Maatschappelijk Werk, terwijl boven
dien steeds voor ogen werd gehouden dat de verdeling van woonruimte een