5 AUG f955 228
D
d.
woning te huren, doch is daarin niet geslaagd. Van gemeentewege is hem
de toezegging gedaan, indien het hem zou lukken andere woonruimte te
huren, hiervoor terstond vestigingsvergunning zou wotden verleend.
Inmiddels werd hem bij vonnis van de Arrondissementsrechtbank d.d. l*f
Juni 1955 bevolen de door hem bewoonde woning per 30 Juni 1#55 t® ont
ruimen*
Daarop is het hiis, conform het advies van de advies-commissie woonruim-
tewet, door burgemeester en wethouders ten behoeve van Aalbertsen ge
vorderd, waartegen door de eigenaar verzet is aangetekend. Bij vonnis
van 26 Juli 1955 is de gemeehte daarop in het ongelijk gesteld»
r
Slechts noodgedwongen is het gemeentebestuur tot deze vodering overge
gaan, aamgezien voor Aalbertsen onmiddelijk geen andere woonruimte was
te vinden. Alvorens tot vordering te besluiten, zijn de hierbij betrok
ken belangen nauwkeurig tegen elkaar afgewogen. Het feit dat de gemeen
te de zorg heeft voor een doelmatige verdeling van de woonruimte en de
gezondheidstoestand van het gezin van die aard is, dat over een ruime
woning moet kunnen worden beschikt, zijn voor Burgemeester en Wethou
ders aanleiding geweest, in afwachting van een eventuele mogelijkheid
om voor Aalbertsen andere woonruimte te vinden, dit huis te vorderen.
Alvorens tot vordering over te gaan, is terzake overleg geplaagd met
het Ministerie van Maatschappelijk Werk,
DHR.JACOBS vraagt of in deze zaak wel de nodige bedachtzaamheid en
soepelheid is betracht. Eenander soortgelijk geval in deze gemeente is
op minnelijke wijze opgelost. Thans is de zaak zover doorgedreven, dat
het een prestige kwestie voor de gemeente is geworden. Sprkers ziet
echter in hoger 3skberoep geen heil. Ook al zou de gemeente net geding
winnen, dan nog zal er misschien meer verlies dan winst voor de gemeen
te uit voortkomen. Spreker meent dat het beter is het voorstel om in
hKgKr. beroep te gaan niet te aanvaarden, maar met Graaf deChambure in
overleg ie treden.
DE VOORZITTER antwoordt dat van gemeentewege al het mogelijke is gedaan
i