18 Juni 195*+. doen in kleine gemeenten doorgaans zeer weinig werk, waardoor een daar«= mede in onevenredigheid te verhogen salaris, niet op zijn plaats is. Dhr. VERS WIJ VER antwoordt dhr. Rens, dat hurgemeester en wethouders hier niet alleen hebben gezien naar de wethouder salarissen, maar ook mar dln van de ambtenaren ter secretarie. Wegens de geringe salaris- sen van de ambtenaren ter secretarie en het overige gemeentepersoneel proberen deze altijd naar een grotere gemeente te komen. Hierdoor ver- keren de kleinere gemeenten altijd in moeilijkheden in verband met de aanwerving van personeel. De openbare instanties dienen volgens spreker ook met de uit te betalen salarissen een voorbeeld te geven. Dhr. RENS attendeert dhr. Verswijver er op, dat hij het had over de wethouder salarissen, niet over die van het gemeentepersoneel. Het be toog van dhr. Henswijver moet hij onderschrijven, het heeft echter uitsluitend betrekking op de ambtenarensalarissen. Dhr. RAAIJMAKERS moet het voorstel van burgemeester en wethouders «■ÉS1 steunen. Dhr. VERSWIJVER meent, dat dhr. Rens teveel afgaat op de tijd, dat hij zelf de wethouderszetel bezette. Thans brengt het wethouderschap vele werkzaamheden met zich mede. De VOORZITTER gaat van de gedachte uit, dat het wethoudeeschap gehono-1 reerd dient te worden naar de volle waarde. Evenwel is in het onderha vige g6val de classificatie de quintessens. Dhr. SUIJKERBUlJK deelt mede, dat de presentiegelden van de raadsledên in de andere gemeente^ hoger zijn. De VOORZITTER antwoordt, dat deze afhankelijk zijn van de grootte der betreffende gemeente^. De VOORZITTER brengt vervolgens in stemming: a. het door gedeputeerde staten toegezonden ontwerp-besluit tot ver- hoging van de wethouder salarissen. Alle leden, behalve dhr. Rens, gaan hiermede accoord. b. voorstel om adhaesie te betuigen aan de brief van burgemeester en

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1954 | | pagina 31