12 Februari 1 9^^J 24
va lwa t er
2. Dhr. BOGERS deelt mede,dat in het complex noodwoningen te Woens-
drecht tengevolge van de vorst vele waterleidingen zijn bevroren.
Volgens zijn mening is dit te wijten aan het feit, dat de waterlei
dingen gelegd zijn over de hoofdwaterleiding en zodoende de leidin
gen te dicht aan de oppervlakte liggen.
De VOORZITTER licht toe, dat door de strenge vorst alles erg in
het ongerede is gebracht. Evenwel wijst hij er opgi dat de huurders
zelf ook de nodige aandacht moeten besteden agn hun waterleidingen.
Dhr. JANSEN informeert of de leidingen wel diep genoeg liggen.
De VOORZITTER antwoordt, dat voor een normale vorst dit zeer zeker
het geval is.
Wethouder VERSWIJVER deelt mede, dat de leidingen zeker op een
diepte van 30 c.m. moet liggen.
Dhr. RENS wijst er in dit verband op, dat bouwers geadviseerd moet
worden de leiding op een veilige diepte te leggen.
3. Dhr. LEENAERTS deelt mede, dat hij van burgemeester en wethouders
een aanschrijving heeft gekregen om aan te sluiten aan de waterlei
ding. Evenwel heeft hij uit zijn welput nog uitstekend water.
Wethouder VERSWIJVER deelt mede, dat het van zeer groot belang is
voor de aangeschrevenen hieraan gevolg te geven. Naar zijn mening
zal over een tiental jaren heel de gemeente aangesloten zijn op het
waterleidingnet
De VOORZITTER releveert nogmaals het belang van aansluiting, mede
in verband met het belang voor de gezondheid van de ingezetenen.
Dhr. DE D00IJ verzoekt in het vervolg 's avonds te vergaderen.
De VOORZITTER geeft hem ten antwoord, dat in het voorgaar Ts avonds
zal v/orden vergaderd.
5. Dhr. VOS vraagt of het geen aanbeveling verdient het woonwagenkamp
van een waterleiding te voorzien.
De VOORZITTER antoowdt, dat hij hier geen heil in ziet. Doorgaans
I