7 Augustus 1953. j 0
q I j
Dhr.RENS merkt op dat het waterschap Augusta reeds tijdens de "bezetting
is opgericht. Bij de invoering van de straatbelasting zijn de gronden
behorende tot dit waterschap vrijgelaten hetgeen hij alleszins billijk
vindt. Immers aan de eigenaren van de hoge gronden zijn bij eenzijdig
overheidsbesluit hoge lasten opgelegd zonder dat daartegenover practisch
enig recht of voordeel is ontstaan. Integendeel deze hoge gronden worden
geschaad door de verbeterde afwatering van de daarbij behorende polders.
Aan de schrale grond wordt al het water onttrokken. Hij achtte het een
wijs beleid om deze eigenaren enige compensatie te geven door middel van
vrijstelling van straatbelasting. Indien thans nog straatbelasting zou
worden geheven, zouden de eigenaren dubbel worden belast; spr.vindt dit
zeer onbillijk tegenover de andere grondbezitters/
Dhr.VERSWIJVER merkt op dat hij steeds tegen de vrijstelling van de wa
terschappen is geweest aangezien de vruchtbaarste gronden met zeer hoge
opbrengsten dan zijn vrijgesteld, terwijl juist het bezit van de arbei
ders en de kleine zandboeren wordt belast. De vrijstelling van de polders
was gebaseerd op het motief dat de polders hun eigen wegen en Taterlossin
gen onderhouden. In de practijk blijkt echter dat verschillende polder
wegen zeer slecht of practisch niet worden onderhouden o.a. de Grindweg
langs de Zuidpolder, tengevolge waarvan vele ingezetenen welke dagelijks
over deze weg naar hun werk moeten, veel last ondevinden.
De VOORZITTER deelt mede, dat in alle belastingverordeningen onbillijkhe
den voorkomen, doch hij acht het eenmaal ingenomen standpunt toch wel
juist.
Wat de Augusta betreft merkt spr.op dat de wegen,waterlossingen en
straatverlichting op de Heimolen geheel door de gemeente worden onderhou
den. Het is alleszins billijk dat door de eigenaren hiervoor een redelijke
vergoeding in de vorm van straatbelasting wordt betaald. Indien dhr.Rens
dan de dubbele belasting( door waterschap en gemeente) onbillijk vindt,
zal hij hiervoor een pleidooi moeten houden bij het waterschapsbestuur
aangezien dit de onbillijkheid heeft geschapen.
Wat de overige polders betreft wordt opgemerkt dat de grondeigenaren