11 Juni 1053. I wethouders hem hebben ontslagen en hem tegelijkertijd in deze func ties te schorsen. Mijnheer de voorzitter, ik verzoek U uitdrukkelijk dit voorstel in stemming te brengen, Dhr. JANSEN informeert op welke gronden dhr. Soffers ontslagen is als commies ter secretarie. De VOORZITTER doet daarop voorlezing van de ten laste legging en de overwegingen, welke de Centrale Raad van Beroep tot zijn besluit heb ben geleid, waaruit blijkt: zijn immorele mentaliteit, hetgeen is ge- Dxe&Qn uit zijn uitlatingen tegenover de burgemeester en wethouder Jacobs; zijn verdachtmakingen en grovelijke laster, de poging tot chantage tegenover wethouder Jacobs inzake een te intieme verhouding tussen dhrSoffers en de echtgenote van dhr. Jacobs. Dhr. VERS.JIJ VER heeft ernstige twijfel aan de goede bedoelingen van burgemeester en wethouders. Hij meent, dat in deze kwestie alles op de spits wordt gedreven en sterk overdreven. Er zijn getuigen gebaald en verklaringen gevraagd om de misdragingen van dhr. Soffers maar ?/aar te maken. Grote twijfel bestaat er bij hem, omdat alles is gedaan om mdelige verklaringen te verkrijgen. Sommige personen, zijn tot vier-, vijfmaal toe verzocht een door de burgemeester opgestelde ver- Klaring ï8 ondertekenen. D it zijn geen vrijwillige verklaringen meer. Bij het Ambtenarengerecht hebben dan ook de meeste getuigen höh woord niet gesvand gehouden, één is staande gebleven, en dat was iemand aan wie het Kiesrecht is ontzegd, dus een halve Nederlander. In hoger be roep zijn de getuigen gekomen uit de raadsleden en wel raadsleden, welke bij de eerste behandeling van deze kwestie ten zeerste verwon derd waren om al hetgeen was geschied. Zij wisten blijkbaar van niets, doch bij de behandeling van de zaak voor de Centra Ie Raad van Beroep waren zij volledig op de hoogte. Een vrouwenkwestie wordt in de raad gebracnt, omdat hierbij betrokken zijn de vrouw van de burgemeester en van wethouder Jacobs. In andere gevallen zou de raad en de gemeente er zich niet mee bemoeien. A'U"J ,Lo enters overtuiging, dat de getuigen alles vernomen hebben uit

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1953 | | pagina 39