1 Mei 1953. 22
een brandstof?entoeslag aan de ouden van dagen. No. 1U-/1 75^53
Door G.S. wordt verzocht deze wijziging in te trekken, da at. het ver
strekken van een kolèntoeslag aan behoeftigen tot de taak van het
burgerlijk armbestuur behoort en deze niet in het algemeen aan een
bepaalde groep van ingezetenen mag worden verstrekt. Elk geval moet
individueel bekeken worden.
Dhr. VERSWIJVER meent hierbij te moeten opmerken, dat het wenselijk
is het burgerlijk armbestuur te reorganiseren. De mensen z4jn dikwijls
huiverig om zich bij de secretaris te melden» Het ware z.i. juister
het burgerlijk armbestuur onder te brengen in een dienst Sociale Za
ken of Maatschappelijk Hulpbetoon en het secretariaat ter gemeente
secretarie te vestigen.
De VOORZITTER antwoordt, dat de naamswijziging geen verandering brengt
in het wezen, de werkwijze of het financie'él beleid van het burgerlijk
armbestuur. Volgens sprekers mening worden de belangen van de armlas
tigen thans op een zeer menselijke en discrete wijze door de leden
van het burgerlijk armbestuur behartigd. Deze particuliere behandeling
blijkt in de practijk te prefereren boven een ambtelijke behandeling
door het loket bij een dienst sociale zaken. Grotere gemeenten moeten
ter besparing van arbeid hiertoe wel noodgedwongen overgaan, alhoewel
toch de individuele behandeling ook in de Armenwet als de enig juiste
wordt beschouwd. Om enigszins aan de uitgesproken verlangens tegembet
te komen, zou het burgerlijk armbestuur eventueel zittingen kunnen
houden op het gemeentehuis.
Dhr. RSNS kent uit eigen ervaring beide systemen van armenzorg. Hij
prefereert echter dan de werkwijze, zoals deze ig. onze gemeente wordt
toegepast.
De raad besluit vervolgens de 1e wijziging der begroting dienst 1953
in te trekken.
III. VOORSTEL TOT WIJZIGING DER VERORDENING ALS BEDOELD IN ART11,
2e LID DER WINKELSLUITINGSWET 1951. No. -1 .838.1
De VOORZITTER deelt mede, dat de minister slechts kan instemmen met
een vier-uren-openstelling op Zondagmorgen, teneinde de kerbezoekers