30 Januari 1953.
artikel 101 berekend naar het voor het jaar vastgestelde vergoedings
bedrag en het gemiddeld aantal leerlingen van het afgelopen kalender
jaar
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming het voorstel van burge
meester en wethouders te aanvaarden.
V. VOORSTEL TOT HET INSTELLEN VAN StCN RECHTSVORDERING TEGEN H.LI.BREU-
RIÏÏG (N.V. MEUBELFABRIEK BREMO). No. 236/35**.
De VOORZITTER licht toe, dat alle pogingen om de door dhr.Breuring
ingevolge de huurkoopovereenkomst verschuldigde bijdrage ad 1.000,==
in de kosten van voorziening van eleetrische hoogspanning mede ten
behoeve van zijn bedrijf op minnelijke wijze te betalen zijn gestrand
op de onwil van dhr.Breuring om dit bedrag te voldoen. Deze kwestie
is reeds enige malen in de raad besproken en daarbij sprak de meer
derheid zich steeds uit, dat uiteindelijk de rechter maar een beslis
sing moest nemen. Nu alle pogingen zijn gefaald, zal dus een procedu
re aanhangig gemaakt moeten worden. Burgemeester en wethouders stel
len daarom voor een rechtsvordering in te stellen tegen dhr.Breuring
en/of de N.V.Bremo, zich ook wel noemdnde N.V.Breve. Het rechtskun
dig advies van de juridische adviseur der gemeente is bij de raads
stukken ter inzage gelegd. Voorts is hiertoe de goedkeuring vereist
van gedeputeerde staten.
DhrVERSNIJVER vraagt of er geen andere oplossing mogelijk is. Pro
cedures scheppen scherpe verhoudingen en kosten veel geld. Hij acht
het beter bij de Justitie weg te blijven en stelt voor om de bijdra
ge van dhr.Breuring te verlagen in plaats'van nog kosten te maken
voor juridische adviseurs. Door verlaging der bijdrage met het be
drag, hetwelk de gemeente bij een in te stellen procedure aan een ad
vocaat kwijt zou zijn, zal wellicht overeenstemming kunnen worden be
reikt. Zonodig moet het raadsbesluit inzake de huurkoopovereenkomst
maar worden herzien. Met een dergelijke vermindering zal zeer v/aar-
schijnlijk door de tegenpartij wel genoegen worden genomen en deze
kwestie tot een oplossing komen. Mogelijk zou dan tevens de erfaf-