28 December 1953. i O II De raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming aan de Zuid- Nederlandse Bouw- en Handelscombinatie ^087 m2 bouwterrein te verkopen onder verplichting tot aanleg van bestrating, riolering en straatver lichting ter plaatse en de begroting dienovereenkomstig te wijzigen. VIII. VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN EEN REKENING-COURANTOVEREENKOMST MET DE BANK VOCE NEDERLANDSE GEMEENTEN. -2.07.352.626 De VOORZITTER licht toe, dat het hier de gebruikelijke rekening-cou rantovereenkomst betreft ter voorziening in de eventuele behoefte aan kasgeld in 195^ Aan de hand van de begrotingscijfers voor de gewone dienst wordt een crediet van 60.000,== voldoendegeachtIndien even tueel grote kapitaalsuitgaven worden gedaan, zal vooraf worden bezien of verhoging van dit maximumcrediet daartoe nodig is. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming het voorstel van burgemees ter en wethouders te aanvaarden en het maximumcrediet voor kasgeld gedu rende het jaar 195^ vast te stellen op 60.000,==. DOOR IX. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN BORGSTELLING VOGR DE ONDERLINGE LE VENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ "OLVEH" VAN 1879" TE VERSTREKKEN GELDLE NINGEN VOOR WONINGBOUW DOOR PARTICULIEREN. -1 .778.538 De VOORZITTER licht nader toe, dat de onderlinge levensverzekeringsmij "Olveh van 1879" bereid is om aan particuliere bouwers bouwvoorschotten te verstrekken tegen een billijk rentepercentage, mits de gemeente ga rant blijft voor rente en aflossing van deze voorschotten. Teneinde de nodige zekerheid te hebben zal aan de gemeente vooraf gelegenheid wor den gegeven om advies te verstrekken omtrent de persoon van de aanvra ger en zal het bouwvoorschot slechts worden verleend, indien de bouwer zelf minstens 15$ van de rendabele bouwkosten kan financieren. De Ol veh krijgt daarentegen een eerste hypotheek op het te bouwen pand ten bedrage van het verstrekte voorschot. Voorts stelt de Olveh de bouwers in de gelegenheid om zich tegen eventuele risico's voor het terugbeta len van de rente en aflossing van het voorschot bij haar te verzekeren. Voor een eenvoudige woning komt de bouwer dan te zitten 0p QQn ]_as^

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1953 | | pagina 109