28 December 1953» O Q breiden in dezèlfde geest als de l&ststraat. Dhr. JACOBS vraagt of de gemeente niet beter garant kan blijven voor de huur op dezelfde wijze als thans garantie wordt gegeven aan parti culiere bouwers voor rente en aflossing. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat de gemeente z.i. een voldoende grote woningreserve heeft met het daaraan verbonden huurrisico. Ver dere uitbreiding van het risico van woningexploitatie acht spreker thans ongewenst. Dhr. VERSWIJVER betreurt het, dat deze voorgenomen woningbouw geen passende woonruimte biedt voor de ingezetenen, ook de huur zal erg hoog uitvallen. Hij zag gaarne, dat een complex woningen werd gebouwd om huisvesting te bieden aan die gezinnen, welke thans in krotwoningen huizen. Dhr. LEEHAERTS stelt door, dat van gemeentewege tot bouw van eenvou dige woningen wordt overgegaan. De VOORZITTER verzoekt de kwestie van woningbouw t.b.v. bewoners van slechte woningen thans te laten rusten en later te bespreken, en ver zoekt nu te beslissen over de voorgestelde verkoop van bouwgrond t.b.v, bouw van 16 woningen door de Zuid-Nederlandse Bouwcombinatie, Dhr. UITDEWILLIGEN acht het huurrisico van deze woningen niet zo heel groot. Indien de woningen t.z.t. leeg zouden komen te staan omdat de huur te hoog is, zal wel huurprijsverlaging volgen. Dhr. JACOBS zag ook gaarne, dat zo spoedig mogelijk de krotwoningen werden ontruimd; desnoods moest de gemeente maar 20 jaar huurgarantie geven en de woningen laten toewijzen aan burgers. Door opschuiving kunnen dan de 12 stenen noodwoningen worden ontruimd. De VOORZITTER antwoordt, dat de bouwplannen van dit woningcomplex niet meer kunnen worden gewijzigd, aangezien hiérvoor een rijkspremie werd toegekend. Bij wijziging van de plannen zou een nieuwe aanvraag moeten worden ingediend en zal het plan niet meer ten laste van 1953? doch van het woningcontingent 195^/1956 komen. O ij

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1953 | | pagina 108