31 maart 1952. 177. slissen omdat hij met de heer Soff'ers heeft samengewerkt, ook bij de vorige verkiezingen. De voorzitter acht het wenselijk om politieke kwesties buiten deze zaak te houden. Ondanks dat hij in deze zaak zo persoonlijk is betrok ken, betreurt hij misschien erger dan wie ook, dat deze heeft plaats gehad. Het algemeen belang moet echter in deze prevaleren en de Raad had zich terdege voor ogen moeten stellen, dat een dergelijke gedra ging, houding en mentaliteit de zo nodige goede samenwerking en ver standhouding tegenover zijn meerderen en ondergeschikten totaal ver stoort en hij onvermijdelijk een groot gedeelte van zijn achting en respect tegenover de bevolking heeft verloren en wier vertrouwen in hem in hoge mate is geschokt. Met welke mildheid men deze kwestie ook zou willenbezien, over een objectief oordeel was hier maar één oplossing mogelijk. Naar sprekers mening heeft de raad, die toch van zijn doen en laten verantwoording schuldig is aan de gemeenschap, met een dergelijke onbegrijpelijke belissing, zijn eigen gezag en prestige afbreuk ge daan. In een grote gemeente zou wellicht nog kunnen worden overwogen een dergelijk ambtenaar die niet als ontvanger gehandhaafd kan worden, in een andere functie ovet te plaatsen. Hier met een uit b- ambtenaren bestaand korps is dit echter niet mogelijk. De heer Leenaarts deelt mede, dat hij in de vorige vergadering heeft voorges ;eld om algeheel ontslag te verlenen indien de gemeente-ont vanger mêdeplichting zou worden bevonden. Deze medeplichtigheid is echter nog steeds niet bewezen. De voorzitter wijst op de verklaringen welke in de besloten verga dering zijn voorgelezen. Er zouden zelfs nog meer bewijzen te produ ceren zijn. Methouder Jacobs wijst de raadsleden op de zeer moeilijke positie waarin de voorzitter tengevolge van het besluit is geraakt. De raad- leden gaan naar huis, doch de voorzitter blijft met de stukken zitten.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1952 | | pagina 8