173 31 maart 1952. De heer Verswijver wenst dezekwestie in het openbaar behandeld te zien Het- is gebleken dat buitenstaanders later toch naukeurig in kennis worden gesteld van al hetgeen in besloten vergadering werd besproken. Ook wordt daardoor vermedën, dat na afloop van de besloten vergadering in het openbaar gedeelte een slotconclusie wordt getrokken, ten aan zien waarvan de samenhang met het daaromtrent besprokene ontbreekt, doch welke een buitenstaander een verkeerde indruk zou kunnen geven van de gehouden beraadslagingen in de besloten zitting. Tenslotte acht hij het onderwerpenjke punt van zo groot belang, dat eenieder z.i. moet kennis kunnen nemen van de wijze waarop een beslissing ter zake is tot stand gekomen. Voorts vraagt hij zich af, waarom deze vergadering niet als gebruike lijk is afgekondigd. Wordt ook de pers in dit geval beïnvloed? Indien dit geval in besloten vergadering wordt behandeld, kunnen de raadslede geen overleg plegen met buitenstaanders of informaties terzake inwin nen zonder de geheimhouding te schenden. De voorzitter antwoordt dat i.v.m. de tere persoonlijke kwesties, welke besproken moeten worden, het beter werd geacht geen grote rucht baarheid aan het geval te geven. Voorts merkt hij op, dat een besloten vergadering alleen duidt op het karakter van de vergadering en nog niets inhoudt van geheimhouding. Op het behandelde in de besloten zitting van de vorige vergadering is geen gehimhouding opgelegd. De heer Verswijver antwoordt dat de aanklager in het openbaar moet durven, spreken. De voorzitter antwoordt dat de heer Soffers niet wordt aangeklaagd. Er moeten alleen enkele $eer persoonlijke kwesties behandeld worden. •Daarom zal hij om pieteitsredenen gebruik maken van zijn recht om in besloten vergadering te gaan. De heer Hens doet een tussenvoorstel om in besloten geheime zitting over te gaan, gevolgd door openbare zitting en openbare stemming. De heer Verswijver wenst geen geheimhouding en openbaar wederwoord. r-

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1952 | | pagina 4