26 September 1952. gl5
metselaar, hetgeen voor de gemeente een groot voordeel is geweest:o.a
hij de onderhoudskosten van de woningcomplexen, metselen van rioolput-
ten, verhouw brandweergarage, enz. Op grond hiervan is het billijk dat
hij hiervoor een hogere beloning ontvangt. Burgemeester en wethouders
stellen daarom voor om de mogelijkheid te scheppen dat dhr.Suijkerbuyk
wordt gesalarieerd als vakman in loongroep III. Zijn weekloon zal dan
bedragen 38,^0 met een maximum van H-3,20
Dhr.VERSWIJVER merkt op dat het juister ware geweest bij da sollici-
tatieoproep te vermelden: metselaar. Nu zijn misschien behoorlijke
metselaar-sollicitanten achterwege gebleven. Voorts vraagt hij, of ook
de overige gemeentewerkklieden dan geen vaklieden zijn in hun beroep
hetzij als straatmakerhetzij als grondwerker. Hij vreest ontevreden
heid bij de overige gemeentewerklieden.
De VOORZITTER antwoordt dat dhr.Suykerbuyk gemeentewerkman is. Als
metselaar zou zijn loon nog hoger komen te liggen, doch hierdoor is
geen volledige dagtaak. Het is alleen maar de bedoeling om de grotere
capaciteiten naar behoren te belonen. Overigens maakt ook de KABO on
der scheid^bussen vaklieden: metselaars en grondwerkers. Een grondwer- j
ker wordt niet gelijk gesteld met een geschoold vakman.
Dhr .VERSWIJVER verzoekt na te gaan of ook voor de overige vaklieden
geen betere salariëring mogelijk is bijv. door prestatieloon toe te
kennen.
Wethouder^ JACOBS meent dat het voor een gemeente moeilijk is om de
taak van de gemeentewerkman in verschillende objecten te verdelen,
waarvoor een premie kan worden verstrekt. Eerstens kunnen de werklie
den ieder ogenblik weggeroepen woraèn om elders dringend noodzakelijk
werk te gaan verrichten. Voorts zou er weer onenigheid kunnenjpntstaan,
welke arbeider een bepaalde taak zal uitvoeren.
De VOORZITTER begi toe, deze kwestie met het bestuur der KABO te zul
len bespreken.
Vervolgens besluit de raad zonder hoofdelijke stemming het voorstel
can burgemeester en wethouders te zullen aanvsardeh.